Preek Zondag 41
Door Ds. MA Sneep, gehouden te Bedum, 16.06.2019
Liturgie
- Lezen
- Genesis 1:26; 2-3
- 1 Petrus 3:1-7
- Openbaringen 12:7-18
- Tekst
- Zondag 41
- Psalm 100:1, 2
- Psalm 119:2
- Psalm 8:1, 3, 4
- Psalm 17:2, 7
- Psalm 128:1, 2, 3
Preek
Thema:Het 7e gebod als norm voor de mens om heilig en rein te leven tot Gods eer.
1. Deze norm zien we terug in de schepping van mannen en vrouwen voor de zondeval
2. Deze norm die wordt gehandhaafd voor man en vrouw na de zondeval
Geliefde gemeente van onze Heere Jezus Christus,
- Deze norm zien we terug in de schepping van mannen en vrouwen voor de zondeval
Wij leven in een maatschappij waarop het moment heel veel discussie is over genderneutraliteit. Genderneutraliteit houdt eigenlijk in dat je mannelijk en vrouwelijk eigenlijk afschaft. In sommige kledingwinkels is ook geen verschil meer tussen jongens en meisjeskleren. In overheidsgebouwen of in bepaalde overheidsgebouwen, heb je genderneutrale toiletten. Burgerlijke gemeenten die in sommige gevallen ook niet meer vragen naar het geslacht.
Ook via reclames proberen de voorpleiters van een genderneutrale samenleving hun gedachtengoed op te dringen aan de mensen.Via reclame worden mensen beïnvloed, -als u denkt dat u daar geen last van heeft dan denkt u wel heel groot van uzelf- we worden allemaal beïnvloed door reclames wanneer wij ze zien. Reclames die zaken af spiegelen, zoals mensen ze heel graag willen zien. Om eens een voorbeeld te noemen. vroeger had je reclames van Zwitsal en daarin zag je heel duidelijk een man en een vrouw en een baby, maar tegenwoordig komen daar opa’s en oma’s bij en twee papa’s of twee mama’s. Elk maar te bedenken gezinssamenstelling moet mogelijk wezen. En we krijgen het allemaal onder ogen te zien. Genderneutraliteit.
Een andere ontwikkeling die daar ook mee samenhangt is de verseksualisering van onze samenleving. Alles draait tegenwoordig om seks en vrijwel alles kan en mag ook.
Misschien zijn u de posters bij de bushalte wel eens opgevallen. Wanneer u wel eens met de bus gaat heeft u ze misschien wel eens zien hangen. Ik bedoel posters met daarop twee zoenende mannen of twee zoenende vrouwen.
Volgens de genderideologie bepalen jouw seksuele verlangens wat je identiteit is. En daarbij heeft ook niemand het recht om jou een strobreed in de weg te leggen. Mensen zoeken dus tegenwoordig in eerste plaats vooral hun identiteit in de seksualiteit. Seksualiteit is als een soort van afgod geworden.
Wat is dan de conclusie? Dat er een seksuele revolutie over ons land gaat, nl. die van de genderideologieën. Met als één van de hoofddoelen om het onderscheid tussen mannen en vrouwen weg te vagen.
En middenin deze samenleving heeft de Heere God ons geplaatst. Hebben wij een plek gekregen van de Heere om Hem te dienen. In deze samenleving komt het zevende gebod naar ons toe waarin de Heere laat zien hoe wij als christenen hebben te leven en ook al deze dingen moeten beoordelen.
En waarin vind je dan houvast? Nou niet in je seksuele gevoelens. Wij vinden, gemeente, ons houvast alleen maar in het Woord van God. Om daarin, in dat Woord te ontdekken wat de Heere God van ons vraagt, ook als het gaat om mannelijk en vrouwelijk. Wat vraagt de Heere dan van ons. Nu dat brengt ons bij Genesis 1.
Laten we in het bijzonder even stilstaan bij het 27e vers daarvan. Daar lezen we nl. de norm: God schiep de mens naar Zijn beeld, naar het beeld van God schiep Hij hem, mannelijk en vrouwelijk, schiep Hij hen.
De mens geschapen naar Gods bedoeling. De mens geschapen naar Zijn beeld. God de Schepper die de schepping na grondig overleg in Zijn wijsheid bedacht heeft. Het is niet zomaar gegaan. De Heere God heeft grondig, -menselijk gesproken- grondig overleg gevoerd binnen de drie-eenheid. God zei laat Ons mensen maken. Daar klinkt Goddelijk overleg in door.
Vervolgens komt het in Zijn wijsheid tot de schepping en dan schept God in Zijn Goddelijke wijsheid, de mens, naar Zijn beeld, mannelijk en vrouwelijk. Naar het beeld van God. Dus God heeft een beeld voor zich, een bedoeling. En in dat beeld, zo staat het er ook letterlijk, in dat beeld schept God de mens. God schept mensen in wie Hij Zichzelf een beeld voor ogen zou stellen. Door aan de eigenschappen en kenmerken te geven, die God moeten weerspiegelen.
Dus de mens is gemaakt en daarin spiegelt hij of zij iets af van hoe God is. niet in het uiterlijk, dat wij uiterlijk op God zouden lijken, maar innerlijk, geestelijk. De mens dus drager van het beeld van God. En dat is ook het eerste wat genoemd wordt hier in het 27e vers: ‘God schiep de mens naar Zijn beeld’. Dat is het eerste.
Wat staat dus volgens de Schrift als eerste genoemd? Onze roeping! De roeping van de mens om te zijn als het beeld van God. Logischerwijs volgt er dan ook een opdracht aan de mens om nu in opdracht van de Schepper, naar Zijn beeld, te gaan werken op de aarde. Om uit te stralen hoe God is in Zijn glorie, in Zijn majesteit. Dat is dus het eerste, wij mensen zijn geschapen naar het beeld van God om tot eer van God te leven.
En dan komt op de tweede plaats, en dat is niet alleen een kwestie van volgorde gemeente, ook een kwestie van rangorde. Dan komt de seksualiteit. God schiep de mens naar Zijn beeld, naar het beeld van God schiep Hij hem. Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hem. Mannelijk en vrouwelijk dat is het tweede accent. Zo wordt dus de mens, mannelijk en vrouwelijk.
God schiep de mens mannelijk en vrouwelijk. Dat is wat hier naar voren komt, een twee-eenheid. Mannelijk en vrouwelijk is dus iets wat onlosmakelijk verbonden is, met het beeld zijn van God. Zó heeft God het bedoeld. Hij heeft de mens gemaakt, zowel mannelijk als vrouwelijk. Beiden ook, het beeld van God en elk met bijzondere eigenschappen en kenmerken. Niet alleen uiterlijk natuurlijk. De man onderscheiden van de vrouw en vice versa. Maar ook innerlijk verschillend geschapen.
Vrouwen met bijzondere eigenschappen en kenmerken waarin ze juist mannen aanvullen, omdat mannen die gaven en eigenschappen niet in dermate hebben gekregen van onze Schepper. En andersom.
We kunnen dus concluderen gemeente dat wij in eerste instantie niet perse als mens geschapen zijn voor het huwelijk en voor de seksualiteit. Ik wil het huwelijk en de daaraan verbonden seksualiteit daarmee niet bagatelliseren, want de Heere heeft het huwelijk gegeven als een geschenk van Hem. Maar toch, mag het een bemoediging zijn voor hen die niet in het huwelijk verbonden zijn. Ook zonder het huwelijk ben je volledig beeld van God en kom je ook echt tot z’n recht als beeld van God. Er ontbreekt niets aan.
Getrouwd of ongetrouwd zegt de catechismus, geschapen om heilig en de rein te leven, zowel binnen het huwelijk als buiten het huwelijk. Het geldt ons allemaal. Om zo God te eren, in ware gerechtigheid en heiligheid, (Zondag 3). Zo heeft God ons dus gemaakt. En daarin schittert de wijsheid van God.
Ja, het was goed gemaakt
God zag dat het zeer goed was. Man en vrouw helemaal in harmonie.
Zó bijzonder, zó onderscheiden, zó verscheiden en toch een eenheid. Samen, beeld van God.
En toen kwam daar dat grote ellendige.
De zondeval.
Gemeente, we hebben het verknoeid. Dat prachtige beeld van God, het is in scherven gevallen. En we zien de gevolgen daarvan elke dag om ons heen, ook in ons eigen leven. Na de zondeval wordt zoveel van Gods verordeningen van zijn goede wetten, wat zo heilzaam is, door mensen losgelaten. En niet alleen door anderen ook door ons. Wij zijn allemaal schuldig. Ook als het gaat om onze gehoorzaamheid aan het zevende gebod.
Zelfs in de zondeval zien we, dat de mens Gods goede schepping en Zijn verordeningen loslaat. Want, wat gebeurt er?
Eva, gaat haar boekje te buiten. Eva neemt het voortouw in de verleiding door de satan, terwijl ze zich zorgzaam had moeten stellen onder de leiding van Adam. En Adam, Adam had zijn verantwoordelijkheid moeten nemen, als hoofd van het gezin, om Eva ook de juiste weg te wijzen en voor te gaan. Adam heeft verzaakt als hoofd.
En sindsdien zijn de onderlinge verhoudingen tussen man en vrouw verstoord. En wat zijn er veel zonden ook tegen dit gebod. Misbruik, zowel in het huwelijk als buiten het huwelijk. Zowel lichamelijk als geestelijk. Vrouwen die worden gezien als seksobject, die zich daar vaak ook zo naar gedragen. Gebrokenheid in relaties, tussen mannen en vrouwen, opa’s en oma’s, kinderen, kleinkinderen. Tussen broeders en zusters in de Heere, noem het maar op.
En wat te denken van de onbijbelse lobby van de genderideologie wat we als hoofdthema hebben gepakt in de inleiding. Allemaal gevolgen van de zonde. Satan die Gods goede verordeningen aanvalt. Daarom hebben we ook gelezen gemeente uit Openbaring 12. Wij moeten de ontwikkelingen in onze samenleving zien in het licht van de strijd tussen het vrouwenzaad en het slangenzaad.
En als deze strijd ergens duidelijk wordt beschreven, dan is het wel in Openbaring 12. De aanval van de draak, de slang, de sluwe slang, de duivel die de mens verleid heeft en daarmee doorgaat, ook in onze tijd. Hij gaat ermee door, sinds hij op de aarde is geworpen. Hij probeert verwarring te zaaien. Hij probeert al de goede geboden en verordeningen van God omver te halen. Dat zien we terug in Openbaring 12.
De slang die de kerk vervolgd, die achter haar aangaat en die haar probeert mee te nemen in de golven van dwaling en verleiding. Satan, hij is het die probeert om dat onderscheid tussen mannen en vrouwen weg te vagen. Om het uit te wissen. Dat is een aanval van de satan op de scheppingsordening van onze God. Op het goede werk van onze God. Het is een aanval van satan op de bruid van Christus, om de kerk te vernietigen.
Wanneer satan het nu voor elkaar kan krijgen dat er geen mannen meer met vrouwen trouwen, dan zouden er geen kinderen geboren meer worden in de kerk. Het is een aanval ten diepste op de eer en de glorie van God. Het is geen strijd van de kerk op zichzelf. De satan wil de HEERE GOD Zijn glorie ontnemen. Hij wil Gods werk verwoesten. En dáár. Midden in deze strijd hebben wij van de HEERE God onze plaats gekregen. En dat betekent dat wij ons moeten wapenen.
En middenin deze strijd zegt de Heere God tegen u vandaag: De norm die Ik u heb gegeven in Genesis 1, dat Ik de mens geschapen heb naar Mijn beeld. En dat Ik de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt heb. Dat is de norm die nu voor u geldt. Ook na de zondeval.
- Deze norm die wordt gehandhaafd voor man en vrouw na de zondeval
Dat deze normen van God ook na de zondeval voor de gevallen mens gelden blijkt wel uit de verwijzingen in het NT wanneer het gaat over het 7e gebod. Want dan zien we hoe vaak wordt terugverwezen naar de scheppingsordening van vóór de zondeval.
Door de Heere Jezus zelf o.a. in Mattheüs 19. Hij is daar in gesprek met de Farizeeën. over echtscheiding. En dan zegt Christus: ‘heeft u niet gelezen dat Hij die de mens gemaakt heeft hem van het begin af mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt?’ Daar zien wij dus een terugverwijzen naar de norm door God gesteld vóór de scheppingsnorm, die in het onderwijs van de Heere Jezus na de zondeval nog steeds normgevend is.
En dat zelfde zien wij ook bij het onderwijs van de apostel Paulus over de taken van mannen en vrouwen in de gemeente van Christus. Paulus verwijst in 1 Kor. 11 en in 1 Timotheüs 2 ook terug naar de volgorde in de schepping wanneer hij in 1 Kor. 11 schrijft: de man is immers niet uit de vrouw, maar de vrouw uit de man. De man is niet geschapen omwille van de vrouw, maar de vrouw omwille van de man. Ziet u, daar zit weer die verscheidenheid in. Mannelijk en vrouwelijk, gelijkwaardig allebei, maar niet gelijk. Om elkaar aan te vullen. De een dit en de ander dat, ook in de gemeente van Christus. En ook in Efeze 5, als het gaat over het huwelijk. Ook dan verwijst Paulus weer terug naar de schepping, hoe God het bedoeld heeft.
Conclusie: het onderwijs van God in het Nieuwe Testament na de zondeval, houdt vast aan de norm van vóór de zondeval. Deze norm blijft dus gehandhaafd. Het is noodzakelijk gemeente, dat de Schrift ons dat elke keer weer zegt. Want ook wij zijn zondige mensen, die zomaar onze eigen verlangens, onze eigen begeerte -niet alleen over het 7e gebod- maar over al Gods geboden het liefste achternagaan. Wij bepalen het liefste onze eigen normen. Maar de HEERE gebied: nee, Mijn Woord is jullie norm.
Het is zo noodzakelijk gemeente, dat de Schriften ons de waarheid voorhouden. En dat wij dus ook de verschillen tussen mannen en vrouwen niet wegvagen. Ook niet in ons eigen leven. Maar dat we vasthouden aan de normen zoals God het bedoeld. Tot eer en glorie van onze God. En dan blijkt tegelijk hoe heilzaam Gods normen zijn voor ons leven, en voor de samenleving.
We willen daar in het bijzonder vanochtend bij stilstaan vanuit 1 Petrus 3. Vanuit dat Schriftgedeelte willen we zien wat nu volgens de Heere de identiteit van een vrouw en man mag zijn. Want beiden hebben unieke eigenschappen gekregen.
Zo heeft de vrouw unieke eigenschappen ontvangen waarmee ze haar man kan aanvullen. En waarmee ze haar man compleet kan maken. Wat zou een man zonder een vrouw moeten, mannen? Niet alleen in het huwelijk maar ook daarbuiten.
Vrouwen, geschapen door de Heere om, u mannen, aan te vullen in de relaties. En dat niet alleen in het huwelijk, maar ook in het kerkelijke leven. In elke gemeenschapsverbanden waarin de Heere ons gesteld heeft mogen een man en vrouw elkaar aanvullen, compleet maken. De vrouw als beeld van haar man. Dan zegt Petrus: ‘vrouwen wees dan uw eigen mannen onderdanig. Onderdanig zijn klinkt in onze tijd hopeloos ouderwets. Ik denk dat het merendeel van onze bevolking zou zeggen: dit is pure discriminatie.
Hoe ouderwets het misschien vandaag de dag ook klinkt. Dit is wel Gods actuele onderwijs voor ons vandaag. De vrouw is niet gelijk aan de man, maar laten we vooropstellen, wel gelijkwaardig. Dus nergens in de Schrift staat dat een vrouw ondergewaardeerd zou moeten worden ten koste van de man. Ja, dat is wel wat de man wil doen sinds de zondeval, heersen over de vrouw.
Gelijkwaardig, beiden beeld van God, maar niet gelijk en dat werkt Petrus hier uit. Vrouwen, wat is dan jullie taak?
Wees je man onderdanig.
Help hem in de dingen die naar Gods wil zijn.
Zorg voor hem, volg hem, in de dingen van God.
Vertrouw je zelf aan je man toe.
Wees dienstbaar, wees als een helper. Leef rein voor de Heere in de vreze des Heren.
Dat is zoiets diepst. De Heere wil dat jullie vrouwen rein leven in de vreze des Heren. Dat betekent dat jullie God dienen met eerbied en ontzag. Dat God dienen het belangrijkste is in uw leven! En Christus Jezus gehoorzamen. Je aan Zijn gezag en onderwijs onderwerpen in heel uw leven. In je gezin, in het kerkelijke leven, in het maatschappelijke leven. Leven in de vreze des HEEREN. En dat ook overbrengen aan de kinderen.
In de samenleving waarin we leven is alles tegenwoordig gericht op uiterlijk vertoon. Een vrouw moet perfect wezen, het liefste zonder rimpels. Een vrouw moet het volmaakte lichaam hebben en dan pas stelt een vrouw wat voor. Ja dan ben je wat in de ogen van veel mensen.
Maar wanneer ben je kostbaar in de ogen van God? Niet als u er perfect uitziet. Uw sieraad moet niet bestaan in iets uiterlijks, niet in het vlechten van het haar, het dragen van gouden sieraden of het aantrekken van mooie kleren. Dat wil natuurlijk niet zeggen gemeente, dat een vrouw niet om haar uiterlijk moet denken, wel degelijk. Ook dat is een geschenk van de Heere, en moet je zorgvuldig mee omgaan. Mag je ook mooie kleren kopen.
Maar Petrus laat zien waar het ten diepste om gaat. Het gaat de Heere niet in de eerste plaats om de uiterlijke schoonheid, maar om de schoonheid van uw hart.
Vrouwen, daar gaat het de Heere om! Het gaat er de Heere om of u een zachtmoedige en stille geest hebt. Dat betekent dat je je plek dus kent als vrouw door dienstbaar te zijn aan je man. Niet omdat je man dat vraagt, maar omdat God het vraagt. Dat is de norm, God schiep mannelijk en vrouwelijk. Om elkaar aan te vullen.
En weet dan dat een vrouw die de Heere vreest, geprezen zal worden. Dat is weer dat kostbare in de ogen van de Heere. En dan hebben vrouwen een hele omvangrijke taak gekregen. Een taak die zich niet maar alleen beperkt tot het gezin. Nee, vrouwen hebben ook taken gekregen in de samenleving. Leest u Spreuken 31 er maar op na, hoe actief een vrouw is. Het eerst is de zorg, zorg voor het gezin, zorg voor haar man, en de taken in de gemeente, daar ligt de focus in de roeping van de vrouw.
Zoals Sara. Sara daarvan lezen we in de Bijbel dat zij Abram onderdanig was en niet als een slaafje, maar Sara heeft Abram gevolgd toen Abram geroepen werd. ‘Abram ga weg van je familie naar het verre onbekende land’. En Sara is haar man gevolgd. Denkt u dat het makkelijk is geweest? Ik denk het niet. Maar ze is gegaan. Waarom? Omdat haar man Abram zijn identiteit ook van de Heere had ontvangen. Het was een opdracht van de Heere God. Sara ging mee, hoe moeilijk ook.
De gehoorzaamheid van Abram heeft ons mannen ook iets te leren. Mannen moeten hun identiteit niet zoeken in hun spierballen of in de grootte van hun auto of in een goede baan of dat je een rijke boer wordt of noem het maar op. Mannen moeten hun identiteit zoeken in Christus Jezus, en moeten daardoor ook hun vrouwen eren, liefhebben, koesteren.
Petrus omschrijft de vrouwen als het zwakkere, als het brozere. En dan doelt Petrus niet alleen lichamelijk, maar vrouwen zijn vaak veel fijngevoeliger, veel teerder, daar moeten mannen rekening mee houden. Die moeten niet als een bullebak met hun vrouw omgaan, maar voorzichtig, teer, haar liefdevol leiden. Een vrouw moet zich ook echt veilig weten bij haar man. Ze moet zich met een gerust hart kunnen toevertrouwen aan de leiding en zorg van mijn man. ‘Want hij zorgt zo goed voor mij’.
Mannen, dat is de roeping van de Heere God. Dat u goed voor uw vrouw zorgt, in liefde, in tederheid, haar liefdevol leidt en dan ook optreedt als hoofd van het gezin. Mannen moeten hun verantwoordelijkheid nemen, die moeten vooropgaan, ook in de huisgodsdienst. U moet de kinderen vertellen over de Heere God. Spreken in het gezin over de vreze des Heren, over het leven met de Heere, het dienen van Hem.
Zorgen ook voor je gezin, financieel. Zorgen voor je gezin, voor zover dat in je vermogen ligt. En wat kan het soms lastig zijn als je het vanwege beperkingen niet kan. Dat weet de Heere dan ook.
Voor zover het in je vermogen ligt, voorzichtig omgaan met uw vrouw, niet alleen buiten het huwelijk, maar ook in het huwelijk, ook dan is niet alles geoorloofd. De Heere verbiedt het ook allemaal in het 7e gebod: die onreine daden, gebaren, woorden, gedachten, begeerten waartoe de mens verleiden kan. Dat geldt ook in het huwelijk, ga voorzichtig met uw vrouw om. Want dan gemeente, komen mannen en vrouwen tot ontplooiing. Gaan ze weer het beeld vertonen van hun Schepper, zoals God het bedoeld heeft.
Maar dat gaat niet vanzelf. U kan hier straks van de kerk naar huis gaan en denken, ‘nu ga ik het doen’. Het zal u niet lukken. Het gaat alleen als u samen, als mannen en vrouwen van de gemeente uw identiteit zoekt en vindt in de Here Jezus Christus. Wij zijn van onszelf allemaal, zondaren, of we nou homo zijn of hetero. Of we nou man zijn of vrouw. We zijn allemaal, stuk voor stuk, overtreders van het 7e gebod. Allemaal schuldig, als we voor de Heere staan.
En dan is er dus verandering nodig in ons leven. Grondige verandering. Totale nieuwbouw, helemaal! Niet van man tot vrouw, niet die transitie. Maar transitie van Adam naar Christus. Dat is noodzakelijk. Beproef jezelf of je identiteit inderdaad in Christus Jezus is. Door het geloof in Hem.
Gemeente, de prediking van het 7e gebod dat dringt ons allemaal uit. Het drijft ons uit naar Hem, naar Christus. Mannen of vrouwen, het maakt niet uit. Het drijft ons uit naar Christus. Niet in je gender, maar in Christus je identiteit zoeken. Je eeuwig behoud ligt alleen vast in Hem. En dan zijn we in de door God gegeven verscheidenheid, tussen mannen en vrouwen, zijn we toch één in Christus.
Paulus zegt tegen de Galaten. Wat betreft de genade, bent u gelijk. De Heere God is zo genadig voor mannen en voor vrouwen. Allebei erfgenamen en mede-erfgenamen van de genade, van het eeuwige leven. Mannen en vrouwen, samen hand in hand op weg naar het hemelse Kanaän.
Christus maakt van de Zijnen een nieuwe schepping. En dat is noodzakelijk. Mannen en vrouwen die door Gods genade, door het werk van de Heilige Geest, weer beginnen te leven, ook naar de norm van het 7e gebod. En dan is het maar zo’n klein begin in ons leven, maar toch, het is een begin.
Zullen wij in onze tijd en in onze samenleving daarom de geesten beproeven of ze uit Christus zijn of dat ze niet uit Christus zijn? Om zo met de Bijbel in de hand, de genderideologie die over ons land spoelt met woeste golven, om daar tegenin te blijven zwemmen. Om ze te weerstaan. Zodat wij niet ten onder gaan.
Dat is aansporend broeders en zusters, jongens en meisjes, ook voor jullie, om meer tijd met de Bijbel door te brengen dan voor de spiegel. Het is bemoedigend onderwijs, het 7e gebod, voor ouderen en voor jongeren. Wanneer je namelijk in de ogen van de wereld ‘ouderwets’ bent, omdat je niet meegaat in de moderne visie van tegenwoordig, die bepaalde hoge eisen stelt aan mannen of vrouwen. Of wanneer je zelfs wordt beschuldigd van discriminatie als je niet meegaat in de revolutie van vrijheden op seksueel gebied. Iemand als van der Staaij van de SGP heeft het niet gemakkelijk, laten we maar veel bidden voor hem en andere christenen in de politiek.
Het gebed voor hen. Voor ons zelf.
Laat de prediking over het 7de gebod ons maar op de knieën brengen. Maar nu Heere, U bent onze Vader. Wij zijn het leem, U bent de Pottenbakker. Wij zijn allemaal, het werk van Uw handen.
Onthoud dan gemeente, dat wie vasthoudt aan het Woord van God, dat hij de wereld echt ver vooruit is. Hoe bedoelt u? Dit: de leefstijl die is naar het Woord van God, die is verbonden met het eeuwige leven.
Dan ben je de wereld ver vooruit, ben je zalig als je ook het 7e gebod, als je de geboden van God in acht neemt en blijft nemen.
Ook dit gebod.
En het geloof in Jezus, Christus.
AMEN