Overdenking Handelingen 16:6-10
Door Ds. HG Gunnink, gehouden te Bedum, 17.06.2020
Overdenking ten tijde van het Corona virus in Nederland
Liturgie
Lezen – Handelingen 15:20-16:5
Tekst – Handelingen 16:6-10
Zingen – Psalm 100:1
Overdenking
Waarde luisteraars,
Wie kent hen niet, Emo en Menko? De abten van het klooster Bloemhof in Wittewierum zo rond het jaar 1250. Ze hebben die Kroniek geschreven, die veel mensen hier in het noorden in de kast hebben staan. Emo en Menko zijn onze broeders van zo’n 800 jaar geleden! Maar zelfs al eerder, al meer dan 1000 jaar geleden, waren hier gelovigen.
En Dayak-christenen op Kalimantan Barat heb je nog maar zo ongeveer 100 jaar.
Hoe zit dat eigenlijk, zo’n verschil?
Ik wil met u eerst luisteren naar het Woord van de HEERE, Handelingen 15:20 – 16:5 en daarna overdenken we Handelingen 16:6-10.
Als je het boek, de Handelingen van de verhoogde Heere, Jezus Christus, door de dienst van Zijn apostelen, als je dat boek een beetje vlug leest, vind je het een succesverhaal. De ene overwinning van Koning Christus na de andere.
Maar als je wat scherper luistert, is het soms als een machine die ook wel eens hapert of die er ook helemaal mee ophoudt.
Het stokt bij dat gedoe, die ruzie tussen Paulus en Barnabas. Dat is toch niks!? Maar toch maakt de verhoogde Christus er gebruik van. En Hij stuurt dan twéé keer een tweetal op pad om Zijn werk te gaan doen.
Er komt, 16:4-5, een keer een eind aan de nazorg van de zgn. eerste zendingsreis. Wat God belooft, daar hebben de gemeenten steeds meer houvast aan! En er komen steeds meer gelovigen bij! Prachtig!
Maar is het nu klaar? Nee, het Evangelie moet altijd verder de wereld in. Maar waar moeten ze heen?
Probeer maar even de kaart van Klein-Azië, of van het tegenwoordige Turkije voor de aandacht te hebben. Eerst gaan ze (Paulus en Silas en Timotheüs) aan het werk in Midden-Turkije, Frygië en het Galatische land. Van daaruit willen ze verder reizen, de linkerkant op, naar Asia, West-Turkije, met de grote stad Efeze. Een ideale plek voor de verkondiging, zou je zeggen.
Maar dan is het NEE! Niet maar een hapering, hier echt een stop! NEE, daar niet! Hoe ze dat ‘NEE’ merken, weten we niet. Maar wel krijgen ze door: God de Heilige Geest verhindert ons! Die maakt hen duidelijk: daar NIET!
En als de gezanten van Koning Christus dan naar boven, naar het noorden reizen om in Bythinië te komen, is het weer: NEE! De Geest, dat is de Geest gestuurd door de Heere Christus, of, dat mag je dus ook zeggen, Christus Zélf laat weten: ‘verboden toegang!’
Maar dit, luisteraars, is nu wat wij belijden met DL I, 3 …God zendt in Zijn goedheid verkondigers van de zeer blijde boodschap, tot wie HIJ wil en wanneer HIJ wil.”
Paulus en z’n medewerkers kunnen plannen maken, góede plannen ook, maar HIJ stuurt en HIJ bepaalt waar en wanneer. Onder ZIJN leiding komen ze dan (lopen 25 à 30 kilometer op een dag – kunnen wij ons niks meer bij voorstellen – wat een gereis!) uiteindelijk in Troas. Ze hebben alleen maar te volgen, maar ze zullen er niks van gesnapt hebben. Hier niet, daar niet, maar waar dan wel??
Metéén de eerste nacht in die havenstad aan de andere kant van de Bosporus, nog in Azië, bemoeit de Heere Christus zich met Zijn gezanten. Paulus krijgt een visioen. Hij ziet iemand aan de linkerkant van de Bosporus! In Europa dus.
Iemand die roept: Kom Over En Help Ons, K.O.E.H.O.! Iemand in nóód! Je kunt ook zeggen: Paulus hoort: ‘S.O.S., S.O.S.!’ Save our Souls, red onze levens!
Nou, wat doe je als je iemand hoort roepen: ‘hééélp!’? Bijvoorbeeld omdat hij in het Boterdiep of in het Damsterdiep is gevallen. Dan kom je toch meteen in actie!? Dan zeg je niet, het is etenstijd, aan tafel, straks kijken we wel …
Paulus en z’n medewerkers gaan metéén op stap. Want de Heere Christus wil … JA, dáár! Ook dáár moet het goede nieuws bekend gemaakt. Want zonder God en zonder Christus en zonder de Heilige Geest zul je niet leven!
Na Azië, nu Europa! Op de tijd door de Heere Christus vastgesteld.
En het antwoord van de Heere Christus via Zijn gezanten op K.O.E.H.O. is dan E.H.B.O. Niet ‘eerste hulp bij ongelukken’, maar ‘Echt Helpen, Bijbel Open’! Want het Woord van God is de echte hulp bij het grootste ongeluk dat er maar kan zijn: zondigheid en zonde. Dat Woord roept: gelóóf in Jezus Christus en lééf!
Op GODS tijd, op GODS plek. Zo gaat het altijd weer bij de verkondiging van het Evangelie.
Waarom is het Evangelie hier al meer dan duizend jaar in deze streken? En waarom gaat op Kalimantan het Woord van God nog maar zo’n honderd jaar goed open?
Wij hebben daar geen zicht op. Maar de Heere Christus, of beter nog, de drie-enige God heeft alles volmaakt in de peiling. ZIJN tijd en ZIJN manier. ZIJN ‘hier’, en ook ZIJN ‘daar niet’.
En de trouwe kerk looft God: ‘hoe wonderlijk gaat Uw Evangelie door de wereld!’ En die gaat óók bidden om inzicht en bidden om kracht en bidden om mogelijkheden om met dat reddingswerk mee te kunnen doen.
Moet het ver weg? Misschien. Kan het dicht bij? Wie zal het zeggen. Maar God doet altijd deuren open! Want:
Juicht, ALLE volken, prijst de HEER!
Dient God met vreugde, geeft Hem eer.
Komt jubelt voor Zijn aangezicht
en wandelt vrolijk in Zijn licht.