Aiming to Please – Opmerkingen 7

Vervolg hoofdstuk 5 ‘a psalmsinging church’

Eerst even een korte terugblik op vorige week.

Met de grote reformatie kwam ook liturgie in beeld.

Zo maakte J. Calvijn zijn eigen dienstboek met daarin enkele berijmde psalmen en gezangen.

Belangrijke uitganspunten voor de reformatoren:

  1. Psalmen in begrijpelijke taal.
  2. De zang is iets van heel de gemeente.
  3. De nadruk werd gelegd op het zingen van psalmen
  4. Alle psalmen moesten gezongen worden.
  • De psalmen zijn bij uitstek geschikt om te gebruiken in de eredienst. Deze zijn namelijk door de HERE Zelf aan ons gegeven om te gebruiken voor Hem en elkaar => Door Hem, voor Hem, tot Hem. Van groot belang is dat wij de psalmen zingen en blijven zingen.
  • Gezangen en liederen kunnen ook gezongen worden in de eredienst. Wij kennen er op dit moment 41. Belangrijk bij evt. aanpassing of uitbreiding in de toekomst is dat liederen Schriftgetrouw zijn en kwalitatief van voldoende niveau zijn om te zingen in de eredienst.
  • Vorige week stelde we dat we toch wel kunnen constateren date wij niet alle psalmen met regelmaat zingen. En dat wij sommige verzen van psalmen nooit zingen. Het is altijd fijn wanneer dit gesteld wordt dat het ook proefondervindelijk onderbouwd wordt. Naar aanleiding van vorige week was er een kijker die zich melde en schreef dat hij over de jaren 1992 tot en met 2014 (22 jaar) heeft bijgehouden wat er in de door hem bijgewoonde erediensten is gezongen. Hij heeft deze gegevens gestuurd, waarvoor ook vanaf hier dank! En enkele bijzonderheden daaruit wil ik met u delen:
    • Van de in totaal 1.116 verzen worden er ongeveer 300 regelmatig gezongen. Dat wel zeggen in 22 jaar 20 x of meer.
    • 1/3 van alle verzen is in 22 jaar slechts 5 jaar of minder gezongen.
    • 65 verzen zijn nooit gezongen.
    • Meest gezongen verzen zijn: psalm 103: 1, 3, 5; psalm 105: 5; psalm 84: 1; 33: 8; 63: 2; 32: 1; psalm 25: 2, 4 en psalm 118: 10.
    • Conclusie: onderzoek wijst uit dat de hypothese dat wij slechts een gedeelte van de psalmen regelmatig zingen juist is.
    • Tot het jaar 2000 was de verhouding gezonden psalmen – gezangen in de eredienst: 75% psalmen en 25% gezangen. Door het vrijgeven van nieuwe gezangen (liedboek, andere bundels) is het aantal gezongen psalmverzen gedaald tot minder dan 50% in de erediensten. De psalmen zijn dus naar de achtergrond geraakt. M.i. een jammere en verdrietige constatering.

Terug naar de psalmen. Ds. Bredenhof besteed in zijn boekje aandacht aan het zingen van psalmen, en dan ook hele psalmen.

Het zingen van hele psalmen

En hij leidt dit onderwerp in met een korte anekdote. Het verhaaltje gaat over een vrouw die altijd de bovenste korst van haar boterham afsnijdt voordat zij de boterham in de broodrooster stopt. Ze had eigenlijk geen idee waarom ze dit deed. Ja, zo had ze het haar moeder ook altijd zien doen. En haar moeder deed dit omdat haar moeder dat deed. Toen zij op een dag haar overoma vroeg waarom zij dat deed, vertelde haar overoma haar dat zij dit deed omdat haar broodrooster te klein was en daarom dus altijd het bovenste stukje van de boterham moest afsnijden zodat de boterham in de broodrooster paste.

Ds. Bredenhof gebruikt dit verhaaltje om duidelijk te maken dat de CanRC en de FRCA en ik denk (ook wij) de praktijk kennen om versjes te zingen, maar dat eigenlijk niemand weet waarom wij dit doen. Waarom zingen wij in de eredienst geen hele psalmen en kiezen we een paar verzen uit per psalm en zingen we die? Ds. Bredenhof noemt het voorbeeld van psalm 87. Een psalm die berijmd bestaat uit 5 relatief korte verzen. Waarom zou je bijv. van deze psalm maar 3 verzen zingen in plaats van 5?

In zijn boek noemt br. Bredenhof als reden voor het zingen van verzen in plaats van hele psalmen: de grote omvang van de gemeenten die moesten zingen en dat zonder muzikale begeleiding. Dit maakte het zingen niet gemakkelijk. Maar toen later het pijporgel kwam, droeg dit volgens Bredenhof niet mee aan deze situatie. Een pijporgel kan nl. een toon zo lang mogelijk aanhouden als hij wil. Dit alles maakte dat er omwille van de tijd niet zo veel gezongen kon worden. En daarom een paar versjes per eredienst. Maar hoewel wij de psalmen nu wel ritmisch zingen, zingen wij over het algemeen nog steeds verzen en geen hele psalmen.

Maar waarom doen wij dat ook vandaag als kerken niet? Uitzondering hierop is ds. Gunnink, die dit vaak wel doet wanneer hij voorgaat.

Het argument dat hij noemt om een psalm in zijn geheel te zingen is dat de psalm één geheel vormt. Het is een eenheid. Wanneer je uit deze psalm een klein stukje pakt en dat zingt doe je geen recht aan de psalm is de gedachte. Daarnaast denk ik ook dat het zingen van hele psalmen mee kan helpen om eenzijdigheid in de psalmen die we zingen te voorkomen.

Natuurlijk kan dit niet altijd Psalm 119 is daarvan natuurlijk een bekend voorbeeld. Berijmd 66 verzen is wat te veel van het goede. Maar zoals u weet is deze psalm opgebouwd uit de letters van het Hebreeuwse alfabet. Je zou dan bijv. de berijmde verzen kunnen opgeven die horen bij één letter uit dat alfabet. De kleinere tekstuele eenheid.

Iets om over na te denken. Hoewel ik bij het zingen en de argumentatie om hele psalmen te zingen wel een paar kanttekeningen wil maken:

  1. Want wanneer er in Nieuwe testament uit het boek van de psalmen wordt geciteerd wordt ook niet de hele psalm geciteerd, maar een klein gedeelte uit de psalm. Ook dan wordt, hoewel niet heel de psalm wordt aangehaald, geen onrecht gedaan aan het geheel van de psalm.
  2. In de keuze voor psalmen/gezangen zoek je als voorganger naar eenheid en samenhang met de inhoud van de tekst die ten grondslag ligt aan de prediking. M.i. is het dan niet ‘verkeerd’ om deze samenhang te zoeken verspreid over verschillende psalmen/gezangen. Belangrijk is dat in het geheel van de liturgie en de keuze van de psalmen: ellende, verlossing en dankbaarheid een plaats krijgen. Dus niet alleen lofpsalmen, maar ook psalmen waarin Gods toorn, Zijn wraak, of de klacht van de gelovige wordt bezongen. Het gewicht van elk van deze delen hangt samen met de inhoud van de prediking.

Hoe psalmen zingen?

Er zijn verschillende soorten psalmen: klaagpsalmen, lofpsalmen, wraakpsalmen, maar ook zgn. wijsheidspsalmen.

Psalm 1 bijvoorbeeld is een wijsheidspsalm die niet geadresseerd is aan God. D.w.z. we spreken in deze psalm niet rechtstreeks tot God. We zingen hem in de eredienst wel in de aanwezigheid van God en onder Zijn gehoor. Eredienst is tenslotte ontmoeting en gesprek met de HEERE. Maar wanneer wij deze psalm zingen, zingen wij Gods Woorden als het ware elkaar toe, en we herinneren elkaar aan de wijsheid die er ligt in het Woord van God. En wijzen elkaar op de noodzaak en de zegen daaraan verbonden om in geloof te wandelen op de weg door God bevolen. En waarschuwen elkaar ook wanneer dit niet het geval is: God kent de weg van wie rechtvaardig is, maar bozen komen om in duisternis.

Maar toch met een dergelijke psalm verheerlijken wij God! Welke psalm of lied het ook is: Voor en tot God. Tot verheerlijking van Hem.

Er is dus door de HERE bepaalde en gegeven diversiteit in de psalmen. Die moeten wij erkennen en ook gebruiken. Daar is een sterke verbinding tussen Christus en de psalmen. De Heere Jezus wijst ons daarop wanneer Hij zegt in Luk. 24: 27: En Hij begon bij Mozes en al de profeten en legde hun uit wat in de Schriften over Hem geschreven was. De Schriften is dus inclusief de psalmen.  We moeten de psalmen zingen met onze ogen gericht op Christus.

  1. We hebben dit vorige week ook al even aangestipt. Maar de psalmen getuigen van Christus! Niet altijd direct, en ook niet elk woord, of elk vers van elke psalm. Er zijn zgn. Messiaanse psalmen, die heel duidelijk heenwijzen naar de komende Messias en Zijn werk zoals bijv: psalm 2, 16, 22, 40, 110.
  2.  Sommige verzen uit bepaalde psalmen worden heel direct door Christus geciteerd en vervuld. Ik denk aan psalm 22:2 (onberijmd): Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten. Geciteerd en vervuld door de Heere Jezus wanneer Hij hangt aan het kruis en het uitroept: mijn God, mijn God waarom hebt Gij Mij verlaten. In deze zelfde psalm zien we hoe al voorzegd wordt dat Christus gekweld zal worden door de dorst, dat zijn handen en voeten doorboord zullen worden en zijn kleding verdeeld.
  3. Een tweede voorbeeld is het laatste kruiswoord, dat Lucas weergeeft in Luc.23:46. ‘En Jezus riep met luide stem: ‘Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest.’ Toen hij dat gezegd had, gaf Hij de Geest.’ Heel bewust geeft de Here Jezus zijn levensgeest over in handen van zijn hemelse Vader. De woorden ‘in uw handen beveel ik mijn geest’ komen uit Ps.31:6a. Hij bidt met woorden van een psalm, die Hij tot zijn eigen gebed maakt en vervuld.
  4. Christus was zelf ook bekend met de psalmen. Zo citeert Hij psalm 8. En in de derde zaligspreking zegt de Heere Jezus: ‘zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven.’ (Mat.5:5) Deze zaligspreking komt overeen met Ps.37:11. Jezus gebruikt de psalmtekst om zijn prediking te verwoorden

Komende zondag hopen we te zien hoe ook in de gevangenneming van de Heere Jezus en de dingen die rondom gebeuren óók sommige psalmen in vervulling gaan. En we zullen daar dan ook uit zingen. Met het oog gericht op Christus. Ik denk wanneer we de rijkdom en de diepe dingen die soms verborgen liggen in de psalmen door de Heilige Geest meer en meer geleerd krijgen, wij de psalmen ook meer en meer lief leren hebben. En wij daardoor ook toenemen in genade en kennis van Hem.

Ik wil zelf nog wat zeggen over het zangtempo. Ik hoor daar ook in onze gemeente nog wel eens verschillende geluiden en meningen over. De één zingt liever wat sneller, de ander houdt meer van langzamer zingen. Ieder heeft daarbij vaak ook zijn eigen argumenten. Het tempo van de zang is denk ik ook afhankelijk van de akoestiek. Thuis, of in een kleine zaal zing je al gauw wat sneller dan in een volle kerk met veel akoestiek.

Belangrijk is m.i. het karaktervan het zingen in de eredienst. Dat moet in navolging van Augustinus en Calvijn ‘niet luchtig en vluchtig, maar waardig en verheven zijn.

Ds. Bredenhof sluit dit hoofdstuk aan met de conclusie die ik van harte met hem deel: De kerk die geen psalmen zingt is verarmd omdat zij het regelmatige gebruik van een krachtig, Christocentrisch deel van Gods Woord aan ons gegeven tot lofprijzing, maar ook voor onderwijzing en vermaan, mist.

Ik wil dit gedeelte van de eredienst: het zingen van de gemeente,  afsluiten met de woorden waarmee Calvijn zijn eerste liedbundeltje afsloot:

Psalm en lied zal ik voor God zingen, zolang ik ben!