Preek Zondag 8

Preek Zondag 8
Door Ds. HG Gunnink, gehouden te Emmen, 17.02.2019 

Liturgie

  • Votum + zegengroet
  • Gezang 30:1,2
  • Gebed
  • Psalm 33:1,2,3,4
  • Lezen
    • Numeri 6:22-27
    • Mattheüs 28:18-20
    • 2 Korinthiërs 13:13
  • Psalm 33:5,6,7,8
  • Tekst
    • Zondag 8
  • Bediening van het Woord
  • Gezang 41
  • Geloofsbelijdenis van Athanasius artt. 1-26
  • Gezang 30:3
  • Gebed
  • Dienst van de offeranden
  • Gezang 39:6
  • Zegen

Preek

Gemeente van onze Heere, Jezus Christus, 

Ik kan zo zeggen van: jij en u en jij en u, allemaal gedoopt. Ondergedompeld in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Voor ons allemaal mag gelden, dat God Zélf liet horen, ook al wisten we toen zelf nog van niks, want bijna allemaal zijn we als baby’tje gedoopt, maar God Zelf zei toen al: ‘Ik neem jou voor Mijn rekening’.  

Vanaf dat allereerste moment, en eigenlijk begint dat al eerder, maar op zo’n moment wordt dat duidelijk, vanaf dat moment is het vast en zeker: God heeft Zich aan u, aan jou verbonden.  

En dat is een band die veel en veel sterker is dan de kabels, de trossen waarmee zo’n joekel van een cruiseschip aan de kade vastligt. Dat zijn van de enorme bundels, dat je denkt van ‘dat kan nooit kapot gaan’. Maar de band die God met ons heeft die gaat nog veel en veel verder, die is nog veel en veel sterker.  

God, de verheven God, Hij die groot is, werkelijk groot, Híj is de God van jou, de God van u. De ene, echte God, zoals de Catechismus dat zegt: Vader, Zoon en Heilige Geest. Eén God, drie Personen. En daarover mag ik u het Woord van God bedienen. Ik doe dat onder het thema: 

God is groot! Hij is Vader, Zoon en Heilige Geest.
1) wij begrijpen Hem niet
2) wij belijden Hem wel
3) Hij maakt ons onbeschrijfelijk gelukkig

1) God is groot! Hij is Vader, Zoon en Heilige Geest, in de eerste plaats: wij begrijpen  
    Hem niet. Wij allemaal, wij hebben het leven gekregen van God Die leeft. En als je nou even nadenkt: wat is nou eigenlijk leven? Hoe komt leven tot stand? Daar schrijven filosofen ik weet niet wat voor dikke boeken over, en hoeveel wetenschap er ook is, leven is en blijft een raadsel voor ons.  

Net zoals sterven onbegrijpelijk is. Je ziet het, maar je kunt er niet bij. Wat God doet, dat is ónbegrijpelijk! En dan gaat het over een heleboel dingen: denk alleen maar aan de schepping in zes dagen. Dat gaat ons ver boven de pet.  

De situatie zonder zonde in het paradijs: hebt u wel eens geprobeerd om zich dat voor te stellen? Twee mensen die tegenover elkaar geen moment iets deden wat de HEERE niet wilde. Wij kunnen op aarde huwelijken hebben, goede huwelijken, maar hoeveel gaat er ook in een goed huwelijk toch niet, soms onbedoeld, soms bedoeld, op een bepaalde manier mis. En dan denk je terug aan dat paradijs: nee, daar ging helemaal niks mis! Kunnen wij ons niet voorstellen! Niet te begrijpen! 

De zonde, wat is de zonde een raadsel. Hoe is het toch gekomen, hoe is het toch mogelijk, dat in die zo goede situatie, dat het optreden van satan direct zulke verschrikkelijke gevolgen had?  

En de hele Bijbel staat vol van wat zonde is, hoe mensen zonde doen, maar het ráádsel van de zonde wordt ook in het Woord van God niet opgelost. Daar kun je over blijven nadenken en je komt daar niet uit. 

God is groot!  

Denk ook maar aan wat God verder doet in de geschiedenis van wereld en kerk. Wij geloven dat God alles stuurt. Aan wereldgeschiedenis: rijken komen, rijken verdwijnen. Kerkgeschiedenis: er is op een bepaald moment een opleving, maar het kan ook zomaar weer zijn dat alles in elkaar zakt. En dan is er weer Reformatie en hoe lang duurt dat? Al die dingen…  

Hou vast: God is groot! Wij kunnen daar niet bij. Wij nemen daar kennis van, en dat is zelfs ook nog maar heel beperkt, vooral wanneer het om het verleden gaat.  

Het verleden, zo’n 2000 jaar geleden, ruim 2000 jaar. Maagdelijke geboorte, zoals wij dat noemen. Maria die nog geen gemeenschap had gehad met een man. En zij wordt zwanger door de werking van de Heilige Geest. Niet voor te stellen!  

Maar ook verder: Zijn lijden, Zijn sterven, Zijn opstaan, Zijn naar de hemel gaan.  

God is groot!  

Wij kunnen als het gaat over de Drie-eenheid, en dat komt straks ook nog wel, nog een heleboel vanuit het Woord van God invullen, maar ik wil heel graag benadrukken dat het uitgangspunt is: God is groot. En dan kunt u ook zeggen: God is altijd groter dan wij ons kunnen indenken, dan wij kunnen weten, dan wij kunnen begrijpen.  

Tegen dat wij de indruk krijgen van ‘nu begrijpen wij God’, dan zit er met ons iets goed fout. Want God is voor ons niet te begrijpen. God is ‘soeverein’ zeggen wij ook wel. Van een andere orde dan alles wat Hij geschapen heeft.  

Ik zal jullie een moeilijk woord leren: God is, dat hebt u nog nooit eerder gehoord, God is ‘autark’, A-U-T-A-R-K. Nou, wat krijgen we nou. Ja, God is autark. Dat betekent: Hij is helemaal onafhankelijk. Hij heeft niets of niemand nodig. Dat is anders dan mensen. Jij bent niet autark, want toen je baby was, moest je moeder voor je zorgen, toen kon je helemaal nog niks zelf. Geen mens is autark, want iedereen heeft andere mensen nodig om te kunnen leven, om in dat leven bezig te kunnen zijn. Zonder andere mensen kunnen wij niet. Zonder allerlei dingen kunnen wij niet. En God is daar ver bovenuit, is volmaakt, heeft nooit iets van een ander nodig. En die God is liefde.  

Denkt u maar aan 1 Johannes 4: ‘God is liefde’. Dat is best een moeilijke tekst, daar wordt vaak van alles en nog wat aan vastgeknoopt. Ik zie die tekst in eerste instantie als: God is liefde, drie Personen Die Elkaar liefhebben; de Vader heeft de Zoon en de Heilige Geest lief, de Zoon heeft de Vader en de Heilige Geest lief, en de Heilige Geest heeft de Vader en de Zoon lief. God is liefde, Goddelijke liefde van die drie Personen tegenover Elkaar, onderling. 

En dat is weer dat onbegrijpelijke, want wat houdt dat allemaal in, en hoe gaat dat 

dan? Maakt niet uit, in de zin van, wij hoeven daar niet allemaal precies achter te komen. Want God is God. En zo heeft Hij Zichzelf bekendgemaakt, geopenbaard.  

Het is niet een mens geweest die God bedacht heeft. Als je die boeken van die meneer Harari leest, ik neem aan dat u die naam wel kent, en anders dan googlet u maar even, dat is een filosoof uit Israël, filosoof-historicus, die heeft boeken geschreven: ‘Homo sapiens’, ‘Homo Deus’ en ‘21 lessen voor de 21ste eeuw’. En die gaan als warme broodjes over de toonbank. En er staat ook best een heleboel zinnigs in, maar er staat ook een heleboel onzinnigs in, want de man wil absoluut niet weten van ‘God is groot’. 

Godsdienst, tja, dat is iets wat ménsen bedacht hebben.  

En dat is niet alleen die filosoof Harari die dat denkt. Hoeveel mensen hebben die mening niet! Godsdienst: je maakt jezelf een God naar jouw beeld.  

En wij zeggen op grond van de Bijbel: niemand heeft God bedacht en ook niemand kan Hem kennen vanuit zichzelf op eigen kracht. Híj liet zich kennen. Hij liet merken via Zijn doen, en Hij liet horen via Zijn Woord Wie Hij is.  

Er had toch geen mens ooit kunnen bedenken: God in drie personen. En gelovigen, ze mogen zeggen: wij zijn gedoopt, verbonden aan Vader, Zoon en Heilige Geest.  

Het gaat heel duidelijk niet om begrijpen, maar het gaat wel om luisteren en om lezen, heel nederig: ‘HEERE, zegt U het maar, wij hebben hier niks in te vullen, het is Uw Woord, het zijn Uw daden. 

Denk maar aan die voorbeelden uit de bijbel, Genesis 1: ‘laten Wíj mensen maken’ staat er dan, en even verderop: ‘en God schiep de mens’. Wij – God. Ja, onbegrijpelijk. 

Verderop in de bijbel gaat het over de Engel van de HEERE. De Engel ván de HEERE.  

Niet de HEERE, maar Hij spreekt en Hij doet áls de HEERE. Engel – de HEERE. Weer niet te begrijpen.  

Jezus Christus. Hij zal Zíjn volk bevrijden van hun zonden. Zijn volk? Dat is toch het volk van God? Hij – God. Redden van zonden. Wie kan zonden vergeven? Wie kan redden van zonden dan God alleen?  

Ik noem al deze dingen, en er komt nog wel meer, heel bewust om u te confronteren met: ‘wij begrijpen dat niet’. Want je kunt in gesprek komen met andere mensen en dan krijg je vragen voorgeschoteld waar je het antwoord niet op weet. ‘Dat weet ik ook niet, want dat begrijp ik ook niet’. En op zo’n moment moet je niet schuchter worden, van ‘nou ja, laat ik dan maar niks meer zeggen, want ik snap het toch niet’. Nee, daaruit blijkt dus hoe groot God is! Het maakt niet uit dat wij het niet begrijpen en niet weten. Laat dat zo zijn!  

Kinderen weten lang niet alles. Kinderen begrijpen ook lang niet alles. Maar dat geeft niet, want vader en moeder, ze zijn er toch? Nou, dan hoef je niet alles te begrijpen. Gelovigen weten niet alles, begrijpen niet alles. Hoeft niet. God is er toch? Dan is het toch goed?  

God, Die Jezus Christus aanspreekt met ‘Mijn Zoon. Luister naar Hem’. Heeft God dan een Zoon? Wat botst dat altijd weer met hoe een moslim denkt. Dat is het allerverschrikkelijkste wat je kunt zeggen, dat God een Zoon is. Want dan zou God dus ook een vrouw moeten hebben, anders krijg je geen zoon, zo denkt men dan. 

En dan zeggen wij: nee, dat heeft niks te maken met het krijgen van een kind. Dat heeft te maken met, ja, dat er drie Personen zijn en dat er één God is. Ja, maar hoe dan? Dat begrijpen wij niet.  

Maar wij zien de Zoon van God en wij horen Hem en hoe Hij mensen geneest, levend maakt zelfs. Hoe Hij Zelf sterft en opstaat. Hoe Hij Zijn leven lang zondeloos geweest is, heilig. Onbegrijpelijk.  

Maar, broeders en zusters, God heeft dit, en u mag het rustig een mysterie noemen, een geheimenis, God heeft dit Zelf geopenbaard in Zijn Woord. De koran die kwam ongeveer ruim zeshonderd jaar ná de geboorte van Christus, maar het Evangelie was al geopenbaard in de eerste eeuw, en in al die jaren van het Oude Testament daarvoor. 

God heeft het geopenbaard, dat de Zoon van God ook zelf God is.  

En de Heilige Geest, wat wordt daar ook zo heel verschillend over gedacht. Hij, of Het? De Heilige Geest, is dat een kracht, een energie? Is dat ‘iets’?  

Nee, God openbaart: de Heilige Geest werkt. De Heilige Geest grijpt mensen aan. En dat hebt u toch in uw eigen leven meegemaakt? Hoe God u veranderde. In de zin van, Hij gaf u het geloof met alle gevolgen daarvan. Hij leerde u vechten. Wat ik in het gebed aan het begin de schuldbelijdenis noemde: ‘wat ik wil, dat doe ik niet, maar wat ik niet wil dat doe ik’, die strijd. Als je daarmee zit, als je dat moeilijk vindt, en als je toch de HEERE wil dienen, dan is dat het werk van God de Heilige Geest. Dat kan geen mens je geven.  

De Heilige Geest Die bedroefd wordt als mensen doorgaan in de zonde. De Heilige Geest is God. Denk maar aan die Pinksterdag: die tekenen van vuur en storm. En we kunnen ook nog terugdenken aan het Oude Testament, op de Sinaï. Dat zijn tekenen van Gód.  

Heilige Geest, op één lijn met Vader en Zoon. Gedoopt in de naam van Vader, Zoon en Heilige Geest. En straks voordat we de kerk uitgaan, de zegen van de drie-enige God. God in drie Personen. Nederig luisteren. En wij begrijpen het niet.  

Nee, net zomin als wij, ik noemde het al, de schepping begrijpen, net zomin als wij een hoofdstuk als Ezechiël 1 begrijpen, net zomin als wij heel veel meer in de bijbel niet begrijpen. En tóch zeggen we, want we lezen wat er staat: de Vader is God, de Zoon Die zegt: Ik en de Vader zijn Eén, de Zoon is God, de Heilige Geest is God. Eén God.  

Voor de Joden een onoverkomelijk probleem: hoe is dat mogelijk?! Dat is godslastering. Alleen als de Heilige Geest Joden tot bekering brengt, dan kunnen ze komen tot het belijden van Jezus Christus als de Zoon. Dan hoeven ze niet langer meer te wachten op de komst van de Messias, zoals orthodoxe joden nog steeds doen. En maar wachten en maar wachten. Terwijl Hij al gekomen is!  

En net zo goed de verandering, de bekering van een moslim. Het kan alleen maar als God werkt! En dan gebeuren er van die wonderen! We horen de laatste tijd van ex-christenen die moslim worden. Maar vergeet nooit, broeders en zusters, dat er op ditzelfde moment veel en veel meer moslims christen worden, in landen als Indonesië en in andere islamitische landen.  

Wij horen daar bar weinig van, omdat dat heel vaak onder de radar moet blijven. Mensen zijn hun leven niet zeker, maar het aantal moslims in Indonesië wat christen geworden is, dat loopt in de miljoenen. En, je kunt de HEERE alleen maar, je kunt God alleen maar daarvoor danken. Want dat gebeurt niet omdat mensen mensen kunnen overtuigen, maar dat zijn stuk voor stuk wonderen van de Heere God. 

Wij belijden, – en wat is belijden?- dat is nazeggen wat God voorzegt. Dat is ja zeggen op wat God zegt. Het is beamen. En daarom belijden wij: God is Eén in drie Personen. Onbegrijpelijk.  

God is liefde, Vader, Zoon, Heilige Geest. En wat dan het heerlijke is: God laat in Zijn liefde mensen delen.  

Gedoopt, dat betekent: Ik heb je in Míjn goddelijke liefde opgenomen. Je mag daarin delen. En dat eigenlijk ook zo’n punt: liefde is ook niet te begrijpen. Waarom heb je de één lief en de ander niet? Waarom, ja, wat ís eigenlijk liefde en liefhebben? 

Je vader en moeder liefhebben. Kijk, in de Tien Geboden die we net gelezen hebben staat dat heel mooi gezegd: God liefhebben én zijn geboden onderhouden. En het woordje ‘en’, dat betekent ‘namelijk’. God liefhebben, námelijk, door Zijn geboden te onderhouden. Nou, dat is thuis ook zo: vader en moeder liefhebben, door naar ze te luisteren.  

2) Maar als het gaat om liefde, om verbondenheid tussen mensen, dat blijft altijd ook iets  
    onbegrijpelijks. Maar nogmaals, dat maakt niet uit, als wij Hem maar erkennen, en dat is het tweede punt, als Vader, Zoon en Heilige Geest.  

-Wat is dat een ongelooflijk geschenk, dat God de Vader Zich al aan ons verbonden heeft vanaf ons allereerste begin! Moeder wist nog niet eens dat ze zwanger was, en tóen al was daar die band, die niet te verbreken band van God met ons. En wij, daarvoor zijn wij geschapen, daarvoor leven wij, dat wij kind van deze Vader mogen zijn en blijven. 

In het Doopsformulier komt dat zo heel nadrukkelijk aan de orde: wat doet God de Vader? Hij zorgt. Zit je weer bij datzelfde punt van net: Zijn zorg is niet te begrijpen.  

Maar te erkennen, erken dat God zorgt! En laat allerlei vragen maar bestaan.  

Je mag ze ook wel eens hardop zeggen: ‘en hoe kan dit dan, als God zorgt?’ Maar leg het ook maar eens een keer naast je neer, als je het niet snapt: ‘hoe zit dat nu eigenlijk met Zijn zorg?’  Daar kom je lang niet altijd uit!  

Als wíj het niet weten, dan blijft: Gods zorg is absoluut zeker. God is groot en zijn vaderlijke liefde is oneindig trouw. 

Zijn zorg, broeders en zusters, niet alleen van: ‘het gaat goed’, maar ook als wij tegen de dingen aan knállen, om zo te zeggen. Als ons leven staat te schudden, als we vastlopen, of noem maar op, Vader is er.  

Als je heel verdrietig bent, dan ga je naar vader of moeder. En ja, wat ze dan doen … Nee, ze zijn er voor jou!  

En hoe dat dan allemaal werkt … De hemelse Vader, Hij is er voor ons, Zijn kinderen. En Zijn zorg en Zijn liefde kent geen enkele beperking! Dat is anders dan bij mensen. Hoe lief ouders hun kinderen ook kunnen hebben, ze zijn en blijven beperkt. Ze kunnen hun kinderen uiteindelijk niet redden. Maar God wel! Wat Gods liefde voor elkaar wil krijgen, dat kan Hij. Zonder enig probleem. En dat doet Hij.  

-En Jezus, de Gezalfde, Hij is de Redder. Hij is God de Zoon, die ons Zijn Goddelijke beloften doet. Mattheüs 1: Jezus Die Zijn volk zal redden van hun zonden.   

Een baby: zondig vanaf het allereerste begin. En welke gast er ook in de kerk zou zitten bij de doopsbediening, dat moet je gewoon blijven zeggen. Omdat God ons dat zegt. Zondig in denken, in willen en voelen. En steeds meer, want als je groter wordt ga je ook dingen doen, steeds meer in doen.  

Wij van onszelf, wij sporen niet met God. Wij zetten zomaar een streep door die verbondenheid. Ik noemde net dat voorbeeld van die enorme kabels waarmee dat cruiseschip aan de kade ligt. Maar als je die kabels, ik weet niet hoe die dingen heten, die bollen daar waar ze dan omheen liggen, als je die kabels loshaalt, dan kan zo’n schip zomaar op drift raken.   

Van Gods kant zijn die kabels, is die vastigheid zó geweldig, dat dat nooit losraakt! En dan is het het wonder bij God de Zoon, dat wíj als het ware die kabels losgooien, dat wij de hoogste straf verdienen, vanwege onze zondigheid en zonden, en dat de Zoon van God belooft: ‘wie in Mij gelooft…’ – en Ik heb geleden, Ik ben gestorven -, wie in Mij gelooft, wie op Mij vertrouwt, die krijgt een dikke streep door zonde en schuld. 

Dat betekent: ik kan dan wel bezig zijn die kabel los te gooien, en daar klopt helemaal niks van, daar zou ik voor gestraft moeten worden, Híj zorgt ervoor dat die kabel blijft en dat die straf niet komt. Hij heeft Zichzelf gegeven om ons te redden.  

En dan is er ook weer: God stuurt Zijn eigen Zoon en Die ondergaat de eerlijke, rechtvaardige, zwaarste straf. Het is inderdaad een wonderlijk evangelie wat wij belijden! 

Voor de Jood een ergernis, want hoe kan nou de Redder aan het kruis hangen en gevloekt zijn? En voor de Griek, voor de heiden zeg maar, een dwaasheid: hoe kun je nou met dít evangelie de wereld in gaan? Maar wij geloven dat Hij Bevrijder is van alle ellende. Wegsleurt uit de macht van de duivel en wegsleept uit de duisternis van de zonde. 

God de Zoon, Die uw Koning is! ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde’. En Zijn Koningschap is een Koningschap van liefde, Goddelijke liefde.  

-En de Heilige Geest, Hij wil ín ons wonen. Dichterbij kan niet. Dat is dat voorbeeld van inwoning. Vlak na de oorlog, gebrek aan huizen. Jij had een huis met, zeg maar, zes kamers. En dan regelde de burgerlijke gemeente dat je twee van die kamers moest laten gebruiken door anderen die geen huis hadden. Je had ‘inwoning’. Dichterbij kan niet. Nou, dat was vaak barre ellende. Soms liep het goed, maar je was altijd weer blij als die mensen eruit waren en hun eigen huis kregen.  

Maar deze inwoning, dat is het geweldigste wat er bestaat. De Heilige Geest, God Zélf Die in ons woont. Niet te begrijpen. Die Heilige Geest Die in ons wil wonen en werken om ons te veranderen. Wat is dan het grootste punt van verandering? Dat wij vertrouwen op wat de Heere God belooft. Dat we blijven beamen: ja, zo is het, want U hebt het immers Zelf gezegd. 

Wie is de Auteur van de Bijbel? Wie heeft de Bijbel geschreven? Dat is de Heilige Geest. En Hij heeft mensen gebruikt, maar Hij is de eigenlijke Auteur. En daar staat het allemaal in: vertrouwen werken, moed geven, aan al die mensen die te lijden hebben, die vervolgd worden. Kracht geven aan al degenen die in verleiding komen. Voor elkaar  brengen, het leven met de HEERE.  

Toen wij hierheen gingen, toen hoorden we dat programma van Radio Drenthe, dat heeft altijd ’s zondags tussen acht en negen allerlei geestelijke liederen en ook een korte overdenking. En toen kwam er iets aan de orde van, dat wíj maar zouden moeten doen. Maar wat kunnen wij? Als niet de Heilige Geest ons krachten geeft, ons in staat stelt!  

Hij brengt de verbinding tot stand, en Hij houdt de verbinding in stand, met ZichZelf en met de Vader en de Zoon. En als wij leven op deze aarde, hebben we vaak enorme oogkleppen op, maar Hij doet die oogkleppen af en laat ons verder kijken, om zo te zeggen, kijken naar de toekomst.  

Die ene God, Vader, Zoon en Heilige Geest, Hij ís alles, Hij dóet alles, en in Hem héb je alles. Nu al, en tot in eeuwigheid.  

3) En daarom het derde, God is groot en Hij maakt u onbeschrijfelijk gelukkig. Want wat God belooft, die Drie-enige, en misschien hebt u dat wel vaker gehoord dat mensen zeggen: ‘op elke bladzijde van de Bijbel staat wel een belofte’. Nou, dan heb je er in elk geval meer dan duizend, denk ik.  

Wat God belooft, dat gaat ook echt over álles van ons leven. Dat gaat over onze zaligheid, dat gaat over ons geloven. Het gaat ook over de praktische dingen van het leven: zorg en liefde, vergeving, vernieuwing, geloof en toekomst, en alles wat daar nog omheen zit. 

Gedoopt in de naam van God de Vader, God de Zoon, en God de Heilige Geest. Om gelukkig te zijn. Onbeschrijfelijk gelukkig. In een leven van toewijding. Want we zijn hier niet op deze aarde voor happiness, maar we zijn op deze aarde voor holiness 

‘Happiness’, dat is dat menselijke geluk, maar ‘holiness’, dat is de heiligheid, de toewijding aan de Heere God. In vertrouwen op, en in het dienen van Hem, mogen wij zingen: ‘Halleluja, eeuwig dank en ere! Lof, aanbidding, wijsheid, kracht…’ en wat er verder volgt. 

AMEN