Preek Handelingen 1:9-11 – Hemelvaart
Door Ds. MA Sneep, gehouden te Bedum, 30.05.2019
Liturgie
- Lezen
- Handelingen 1: 1-14
- Tekst
- Handelingen 1: 9-11
- Psalm 104: 1, 10
- Gezang 30: 5, 6
- Psalm 47: 3
- Psalm 98: 1, 4
- Gezang 25: 1, 2, 3
Preek
Thema: Hemelse activiteit op de Hemelvaartsdag van Jezus
1. Hemels transport
2. Hemelse verzekering
3. Hemelse vertroosting
Geliefde gemeente van onze Heere Jezus Christus,
- Hemels transport
Voor veel mensen is Hemelvaart toch wel het startschot van een paar vrije dagen. Mensen pakken de caravan, of boeken een hotel, en trekken erop uit. Daar is natuurlijk ook niets mis mee om een paar vrije dagen te hebben, maar toch. Wij zitten vanochtend hier niet op de camping. Maar in de kerk. In de kerk samengekomen om de Hemelvaart van onze Heere Jezus Christus te gedenken.
En dan komt toch ook op ons de vraag af: ja, hoe zitten we hier? Is dat toch ergens ook voor ons een startschot? Wat is voor u en jou de betekenis in uw leven van hemelvaart. Staan de komende dagen, staat uw leven in het perspectief van hemelvaart?
Want het is zo’n grote gebeurtenis. Hemelvaart. Daar gebeuren zulke grote, heerlijke, rijke dingen op die ene dag, waarvan we zojuist gelezen hebben in Handelingen 1.
De Heere Jezus die gaat weg. Hij gaat weg naar de hemel, maar Zijn werk gaat door. Christus werk gaat door. En dat wil hij nu Zijn discipelen ook leren op Hemelvaartsdag, Hij wil hun verzekeren. En daar worden hemel en aarde bij bewogen.
De discipelen begrijpen het niet. Zoals wel vaker niet, begrepen ze ook dit moment niet, wat er nu precies ging gebeuren. De discipelen weten niet hoe het nu verder zal gaan en ze stellen in vers 6 dan ook de vraag: “Heere, zult u in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen?”
En dan legt de Here Jezus uit dat het hun niet toekomt om de tijd te weten. Omdat de toekomst in de hand van de Vader is. Dat alles in de hand van de Vader is. Alles heeft Hij in Zijn eigen macht gesteld, máár zij zullen de belofte van de Heilige Geest ontvangen. En de kracht van de Heilige Geest. En daar moeten ze op wachten. Zodat ze getuigen zullen zijn in dienst van de verhoogde Jezus, in de hemel.
Want Zijn werk gaat namelijk door. En dat Zijn werk doorgaat dat zien we al op Hemelvaartsdag. Want de Heere Jezus laat zich ook op de Hemelvaartsdag niet onbetuigd. Er is hemelse activiteit, ook op de olijfberg.
Want Jezus, nadat Hij dit gezegd had, werd opgenomen. De Heere Jezus wordt opgenomen. Ook hier, we hebben dat weleens vaker gezien, dat passieve. Jezus wordt opgenomen. Hij wordt, zo zou je het ook kunnen zeggen, Hij wordt omhooggetild. Hij wordt opgetild door God de Vader.
Jongens en meisjes, de Heere Jezus gaat langzaam omhoog, opgetild door de Vader, gaat de hemel voor Hem open.
Hier in dat opnemen klinkt dan ook de verheerlijking van Jezus door, dat Hij verheerlijkt wordt, dat Hij inderdaad de Zoon van God is, die de hemel mag binnenkomen. En daarom lezen we ook van een wolk.
Het is niet zomaar dat het wat bewolkt is en dat er toevallig een wolkje zowat voorbij drijft. Waardoor Jezus plotseling aan hun zicht wordt onttrokken. En de discipelen omhoog staan te kijken en denken, ‘waar is Hij nou gebleven?’
Nee, een wolk onttrok Hem aan hun ogen. Een wolk nam Hem op, weg van de ogen van de discipelen. Dat is een hemels transport. Wat is het transportmiddel van de Heere Jezus? Hóe gaat Hij naar de hemel? Met een wolkenwagen. Hij gaat omhoog met een wolkenwagen, zo de hemel in.
Psalm 104: ‘Looft de Heere mijn ziel, Hij maakt van de wolken Zijn wagen.
Gemeente, het gebeurt hier op de Hemelvaartsdag. De Heere Jezus wordt opgenomen door de Vader, met een wolk. Een wolk van God. De wolk in het Oude Testament, als teken van Gods heerlijkheid. Als teken van Gods aanwezigheid. De wolkkolom bij het volk Israël, als bescherming tussen hun, het volk en het leger van de Farao in. De wolk die dag en nacht meetrok. De wolk van God die rustte boven de tabernakel bij het verzoendeksel als teken dat God erbij was.
De wolk. God is erbij, óók op de olijfberg. God de Vader, Hij neemt Zijn eigen Zoon op in de wolk. De wolk is daar ook in het Nieuwe Testament. Waar dan in het Nieuwe Testament? Niet alleen hier, maar ook op die andere berg. De berg van de verheerlijking. Ook toen die wolk, waar ook de discipelen in moesten gaan en toen bang werden.
Hier dus weer die wolk. De discipelen zien het gebeuren. De wolk onttrekt Jezus aan hun ogen. Het is als het ware vanuit het oogpunt van de discipelen zo, dat de Heere Zijn hand legt op de ogen van de discipelen. Want hoe zouden ze ooit als zondige mensen de heerlijkheid, de grootheid, de majesteit, die hemelse luister kunnen zien, waar de Heere Jezus in binnen zal gaan.
Wat een genadig wonder gebeurt hier op de Hemelvaartsdag, Hemels transport, van Christus Jezus, rechtstreeks de hemel in. Zo staan de discipelen naar boven te kijken. Het is opvallend, broeders en zusters, hoe vaak dit in deze drie tekstverzen naar voren komt. Dat kijken van de discipelen, dat ze het zien met hun ogen. Tot vijf keer toe komt het in ons tekstwoord terug. Ze zien het, de discipelen.
Ze zijn ons tot getuigen! Dat de hemelvaart van de Heere Jezus echt waar is. En de HERE verbindt daar van Zijn kant nog een hemelse verzekering aan.
- Hemelse verzekering
Wanneer je bij jezelf wel eens twijfel hebt van, ja maar is het dan wel waar, hoe kan de Heere Jezus nou ten hemel zijn gevaren? Dat past toch ook niet in de wetenschap?
Er zijn ooggetuigen! De discipelen zijn er getuige van geweest.
En tegelijkertijd ligt er ook iets schaamtevols in dit kijken. Want de discipelen blijven kijken. Hoor maar: ‘En toen zij, terwijl Hij van hen wegging hun ogen naar de hemel gericht hielden.’
Ze stonden te staren.
De Heere Jezus vaart op naar de hemel en de discipelen staan Hem na te staren. En ze zien Hem steeds verder bij zich vandaan omhoog varen. Ze staan te staren en te staren. En kunnen hun ogen niet van Hem afhouden. Daar gaat hun Heiland, waar ze altijd zo mee zijn opgetrokken. Die zelfs in de afgelopen 40 dagen, nog zo nu en dan, aan hen verscheen in Zijn heerlijkheid en glorie. Daar gaat Hij. Ze kijken, ze kijken, en ze kunnen hun ogen niet meer van Hem afhouden. Hun geliefde Heiland.
Ze kunnen hem in hun beleving eigenlijk niet missen.
Misschien denkt u dat ook wel eens. Dat je denkt, was nou Jezus hier toch maar in ons midden. Dat ik Hem dingen zou kunnen vragen. Dat ik Hem zou kunnen zien. Dan zou ik met zekerheid geloven. Dat Hij er is en werkt en bestaat.
En toch, toch kan dat niet. Zou het ook niet goed wezen. Want de Heere Jezus moet, Hij moet opvaren, zodat Zijn werk verder kan gaan. Als Jezus hier vanochtend zou zitten, zou Zijn werk niet verder kunnen gaan. Hij moest omhoog en daarom is dat tijdperk van zien, waar de discipelen zo aan vast willen houden, afgesloten. En is het, vanaf dat moment, ‘zalig zij die níet zien en tóch geloven.’
En ook de discipelen moeten dat leren. Zij moeten leren om te leven en te werken vanuit Zijn Woorden en beloften. Aangestuurd door Zijn Woord en door Zijn Geest moeten zij aan het werk gaan in Zijn kerk en koninkrijk. Gemeente, daarom gaat ook op de Hemelvaartsdag, het Evangelie van Hemelvaart open. Moet de Schrijft open. Spreekt Christus ook vanochtend tot u door Zijn Woord en met Zijn Geest, daar moeten we het mee doen. Wat is dat heerlijk. Dat gebeurt ook op de Hemelvaartsdag. Juist op het moment als die discipelen omhoog staan te kijken, omdat ze de Heere Jezus zo willen vasthouden in hun blik, in hun gezichtsveld.
Maar plotseling staan daar twee engelen.
‘Plotseling en zie, twee mannen stonden bij hen in witte kleding,’ Het zijn engelen. Net zoals bij Zijn geboorte, net zoals bij Pasen, staan hier ook bij Hemelvaart, boodschappers vanuit de hemel. Ziet u, de hemelse activiteit op hemelvaartsdag. Eerst die hemelse wagen, de wolken en nu hemelse boodschappers. En zij beginnen het Woord te spreken. ‘Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel?’ Ziet u wat een heerlijke aanspraak dit is.
‘Galilese mannen’, met andere woorden, beste Petrus, Jacobus, Johannes, Andreas, Filippus, Thomas en ga zo maar door. De Heere, in de hemel, Die kent jullie. Hij weet wie jullie zijn, mannen uit Galilea, zo zwak van jezelf. Hij kent jullie, hij weet van jullie af, hoe moeilijk het is, om afscheid te nemen van jullie Heiland. Maar hoor, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Waarom?
In deze vraag klinkt een aansporing door.
Wat staan jullie omhoog te staren? Jullie moeten toch getuigen? Dat had de Heere Jezus toch gezegd? U zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea, als in Samaria tot aan de uiteinden van de aarde. De vraag van die engelen, is indirect een oproep, een aansporing om aan het werk te gaan.
Waarom? Omdat de Heere Jezus geen tijdperk afsluit. Maar een nieuw tijdperk begint. Hoor maar. Hij, Jezus, Die van u opgenomen is, staat er. Hij die van u opgenomen is naar de hemel. Met andere woorden, deze engelen zeggen, “discipelen, deze Jezus, Hij ís al opgenomen.” “Hij is zojuist opgenomen naar de hemel.” Wat een geweldige hemelse verzekering! Christus is opgevaren!
En vanuit de hemel stuurt Hij nu al deze twee boodschappers, deze engelen naar beneden om Zijn discipelen een duw in de rug te geven, om ze aan te vuren, om ze aan te sporen. “Jullie moeten naar Jeruzalem gaan, want daar zullen jullie de Heilige Geest ontvangen, daar zal Ik met Mijn Geest komen, zodat jullie kunnen getuigen.” Ziet u gemeente, deze Jezus is tijdens Zijn Hemelvaart al aan het werk.
Deze Jezus, zeggen de engelen. Deze Jezus. Wat is dat ook een heerlijke Naam. Dat ze deze Naam hier bij Hemelvaart gebruiken, brengt ons van Hemelvaart dus ook direct weer terug naar vlak voor Zijn geboorte. ‘U moet Hem Jezus noemen, want Hij zal Zijn volk zalig maken’. En daarom moest Hij nu ook naar de hemel gaan.
Zodat Zijn werk van zaligmaken ook plaats kon vinden, niet alleen hier in Jeruzalem, maar over heel de aarde. Uitgestrekt vanuit Jeruzalem naar Judea, Samaria, tot aan de uiterste van de aarde, tot hier vanochtend in xxx (naam van gemeente). Het reddende Evangelie van de opgestane Jezus, van de gekruisigde Jezus, van de opgevaren Jezus, het moet gepreekt worden.
Deze Jezus is gekomen om zondaren te verlossen. De Middelaar vaart op. Jezus, die de weg heeft geopend naar God toe. Die voldaan heeft wat Vader Hem vroeg hier op aarde. Zijn werk, het was genoeg. Vader zei: “Kom maar binnen Mijn Zoon. Ik neem je op. Het is goed. Je hebt betaald. En nu mag je het gaan uitdelen aan zondaren.”
Wat is dat een wonder, dat deze Jezus, echt God, maar ook een echt en rechtvaardig Mens. Dat Hij dus wordt opgenomen in de hemel. Dat de mens weer bij God mag komen in die hemelse heerlijkheid. De mens, wij mensen die die weg hadden afgesloten, wij konden nooit meer bij God komen. Sinds het paradijs stonden die twee engelen die hier nu zo ruimhartig zijn, die stonden op wacht. En hun flikkerende zwaarden preekten de boodschap: U kunt niet meer bij God komen.
En nu zeggen dezelfde engelen: ‘deze Jezus, die van u is opgenomen naar de hemel, Hij zal terugkomen’. Wordt de kerk van Christus met deze belofte getroost.
- Hemelse vertroosting
Gemeente, de weg is gebaand voor ons mensen, door het geloof in deze Jezus. En Hemelvaart dat preekt het u vanochtend. Dat er in de hemel weer plaats is voor verloren zondaren zoals u en jij en ik. Door het geloof in Hem. Wat is Hemelvaart rijk. Wat is het troostvol. En nu gaat de verhoogde Middelaar, hier al gelijk aan het begin, de verloren mens weer opzoeken, met Zijn Woord en met Zijn Geest door de mond van engelen. Om ze te brengen, waar Hij al is, in de hemel.
Wat is dat een prachtige verbinding die de engelen ook maken. Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel. ‘Hij, Hij zal op dezelfde wijze terugkomen, als u Hem naar de hemel hebt zien gaan’.
Hemelvaart en wederkomst, die horen bij elkaar. Hij zal op dezelfde manier terugkomen gemeente, met de wolkenwagen, elk oog zal Hem zien. Hier zien alleen de ogen van die getuigen, van die discipelen Hem. Straks, zal elk oog Hem zien en dan zal het nog veel heerlijker zijn, veel groter: ‘Zoals de bliksem flitst van de ene plaats zo naar de andere plaats en de hemel verlicht, zo zal ook de Zoon des mensen zijn, op Zijn dag’.
Daar mogen de hemelse boodschappers, de discipelen, de kerk van Christus, op wijzen: ‘Deze Jezus die van u is opgenomen naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan’.
Wat een vertroostende woorden. Het is een vertroostende herinnering. Waarom een herinnering? Omdat de Heere Jezus ook al zelf tegen hen had gezegd. In Lucas 21 heeft Hij gezegd: ‘En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen, in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid’. Hier is het een bevestiging vanuit de hemel, dat de woorden toen gesproken door Jezus, dat die waar zijn. Inderdaad deze Jezus. Hij heeft het zelf gezegd, maar het is ook waar. Hij komt terug.
Gemeente, onze God is zo genadig. De Heere spreekt woorden van bemoediging als Zijn kinderen het nodig hebben. Zo ook hier op de Hemelvaartsdag. Deze aansporing is zo liefdevol aan het adres van de discipelen. Hij spoort hen aan van, ‘jullie moeten getuigen, wat staat u te kijken’. Maar tegelijkertijd deze genadige bevestiging van, ‘ga maar, want deze Jezus die doet wat Hij zegt en die zegt wat Hij belooft. Hij voert het uit’.
Juist nu ze dat zo nodig hadden. Juist nu deze Jezus van hen wegging en het afscheid daar was. Nu een wolk zich aan hun zicht onttrok, juist dán laat Hij hen niet alleen. Hij bemoedigt. Hij vertroost, nog voordat de Heilige Geest als de Trooster er is, vertroost Hij hun, door die hemelse boodschappers. Ja, Hij gaat wel weg.
Maar met Zijn Woord en door Zijn Geest verlaat Hij zijn kerk nooit: ‘zie Ik ben met u, al de dagen, tot aan de voleinding van de wereld. Ik ben met u, hou vol, getuig, getuig van Mij!’
Nu kunnen de discipelen op pad gaan. Nu weten ze het zeker dat deze Jezus, dat Hij inderdaad vanuit de hemel, verder werkt, naar de jongste dag.
Dat Hij in de hemel is en leeft. En dat Hij daarvandaan alles regeert en bestuurt.
‘Galilese mannen’, wat een bemoediging, ook voor ons vandaag. Want duizenden jaren na deze Hemelvaart, 2000 jaar ongeveer, is deze Jezus dezelfde Heere Jezus als toen. Hij heeft dezelfde kracht. En Hij leeft gemeente! En Hij regeert. En Hij bidt voor u. En Hij helpt u erdoor. Hij houdt Zijn kerk zelf vast. Kijk en dan mag u vandaag, (in een tijd van crisis) blij Hemelvaart vieren. Vol verwachting, vol hoop!
Vol verwachting ook uitzien naar Zijn terugkomst.
En mag u in dat geloof uw vrije dagen beleven. Wat is het dan goed. Wat is het dan heerlijk om vanochtend hier te zijn. Waarom? Omdat de Heere Jezus hier is met Zijn Woord en Geest. En Hij het ook tegen u en jou zegt: “Ik ben opgevaren.”
Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel. Hij zal op dezelfde wijze terugkomen als u hem naar de hemel heeft zien gaan. Deze Jezus. Hij wordt u vandaag dus verkondigd op de Hemelvaartsmorgen. Deze Jezus komt terug. Dat staat vast. U hoeft er nooit aan te twijfelen, want de Heere Jezus zegt het. En het wordt bevestigd vanuit de hemel.
De vraag is alleen…, hoe wij Hem zullen ontvangen, deze Jezus? U en jij en ik. Zegt u er vanochtend in uw hart ‘AMEN’ op? Zegt u ‘AMEN’ op dit Hemelvaartsevangelie? Zegt u ‘AMEN’ op de belofte van Zijn wederkomst?
Elk oog zal Hem zien. Op de wolken als Jezus terugkomt. Elk oog zal gedwongen naar deze Jezus als Rechter moeten kijken, zittend op de troon van God. En het zal tot afgrijzen zijn, van de goddeloze. Het zal tot afgrijzen zijn van hen die de verkondiging van deze Jezus, als de Middelaar, niet hebben geloofd.
Maar tot troost zal het zijn van de uitverkorenen. Van hen die deze Jezus door de kracht van de Heilige Geest hebben aangenomen, als hun Verlosser.
Verwacht Hem gelovig gemeente. En in die gelovige verwachting, wil Hij ons in dit leven staande houden, wil Hij u bemoedigen en troosten.
Bruid van Jezus, houdt dus goede moed, ook op deze Hemelvaartsdag.
Vier feest, vier feest, want uw Bruidegom, Hij werkt, vanuit de hemel.
En Hij komt met grote haast!
AMEN