Preek Zondag 20

Preek Zondag 20
Door Ds. MA Sneep, gehouden te Bedum,  19.01.2020

Liturgie

  • Psalm 84: 3, 6
  • Lezen
    • Mattheüs 28:6-20
    • Johannes 14:15-20
  • Psalm 143: 8, 9, 10
  • Tekst
    • Zondag 20
  • Psalm 86: 5, 7
  • Gezang 31: 3
  • Gezang 28: 2, 3, 4

Preek

Thema: De Heilige Geest geeft de gelovigen deel aan Christus en al Zijn schatten

1. Wie Hij is
2. Hoe Hij Zich geeft
3. Wat Hij ons geeft

Geliefde gemeente van onze Heere Jezus Christus, 

1. Wie Hij is

Wij maken deel uit van een samenleving waarin de zogenaamde ‘feel good’ mentaliteit heerst. Misschien herkent u het ook wel in uw eigen leven.
Dingen moeten vooral goed voelen. Besluiten worden genomen op basis van ‘wat goed voelt’.

Deze mentaliteit kan ook zomaar invloed hebben op je geloofsleven.
Op hoe je je eigen geloof beleeft, of hoe je naar geloof kijkt.

Het kan ook zomaar invloed hebben op ons denken over de Heilige Geest.
Dat het werk van de Heilige Geest geassocieerd wordt, met het opgaan in warme gevoelens.
Dat je bij een geweldig lied of bij een geweldige Psalm de rillingen krijgt.
Kippenvel, bij het zingen van een lied of een Psalm en dat daar dan het werk van de Heilige Geest in gevonden wordt.

En gemeente, laten we wel wezen. Je kan soms ook warme gevoelens krijgen bij het zingen van een Psalm.
Maar toch, u begrijpt wat ik bedoel.

Vanmiddag wordt u heel persoonlijk een vraag gesteld:
En dan klinkt er niet de vraag: wat ervaart u van de Heilige Geest?
Of, wat weet u van de Heilige Geest? Wat kunt u er allemaal over vertellen vanmiddag.

Nee; wat gelooft u wat gelooft u van de Heilige Geest?

Ik zei al, heel persoonlijk.
Wie is Hij voor u?

Gemeente, als die vraag nu gesteld wordt, en als we die vraag gaan beantwoorden, dan kunt u zich daar vandaag onder de prediking dus niet aan onttrekken.
Het is namelijk de belijdenis van de kerk, het is uw belijdenis, het is jouw belijdenis; wat gelooft u van de Heilige Geest.

Ten eerste, dat Hij samen met de Vader en de Zoon, echt en eeuwige God is.
Dat is het eerste waar de Catechismus ons op wijst, het eerste wat wij belijden.

De Heilige Geest, gemeente, is dus net als God de Vader en ook God de Zoon, echt en eeuwige God.

Ja, als het gaat om God de Vader, dan heb je daar heel snel een beeld bij; God de Vader die voor mij zorgt.

Dan kom je bij God de Zoon en dan zeg je, ja God de Zoon daar heb ik ook een goed beeld bij; Hij verlost mij.

Maar dan God de Heilige Geest, dan blijft het wat langer stil.
Wat moet je daar nou van denken van God, de Heilige Geest?
Wat doet Hij precies en wíe is Hij nou eigenlijk precies?
Daar hebben we al gauw misschien wel iets minder een beeld bij.

Daarom is het ook goed dat we, in elk geval één keer per jaar stil staan bij deze vraag: wat gelooft u van God, de Heilige Geest?

Antwoord:
Dat Hij echt God is.
Hij gaat uit, -de Heilige Geest-, van de Vader en van de Zoon.
Hij is de derde Persoon in de drie-eenheid, binnen de drie-eenheid.
Hij is onderscheiden van de Vader, Hij is onderscheiden van de Zoon, maar niet gescheiden.

Niet gescheiden. Daarom hebben we ook die twee gedeeltes gelezen uit Mattheus 28 en uit Johannes 14. En kan de Heere Jezus in Johannes 14 vertellen over; de andere Trooster die komen zal. En tegelijkertijd in Mattheus 28 zeggen; Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding van de wereld.

Onderscheiden, maar dus niet gescheiden.
Één God, drie-enig.
Vader, Zoon en Heilige Geest, die Zich dan in dat Woord, in ál Zijn heerlijkheid en in ál Zijn majesteit en in ál Zijn goddelijkheid aan ons bekendmaakt.
Door het Woord van God.
Hoe zouden wij anders iets kunnen weten en geloven gemeente, over de Heilige Geest.
Hij maakt Zichzelf bekend door het Woord.

En dan zijn er tal van plaatsen in de Bijbel die daarvan getuigen.
Om maar eens wat te noemen, 1 Korinthe 3: 16; weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont.
Dus u als gelovige bent Gods tempel, de Geest van God woont in u.
De Heilige Geest is dus God.

Handelingen 5, de geschiedenis van Ananias en Safira, daar worden Ananias en Safira aangesproken op hun leugen, en dan zegt de Schrift; u heeft gelogen tegen de Heilige Geest.
En iets verderop staat er dan; maar u heeft niet tegen mensen gelogen, maar tegen God, God de Heilige Geest dus.

Vader, Zoon en Heilige Geest, wij worden gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Gemeente, dus ook op bevél van de Heilige Geest, ook naar Zíjn wil.
En ook op Zíjn gezag gedoopt, op naam gezet ook.

Dan worden er in de Bijbel ook verschillende goddelijke eigenschappen beschreven van de Heilige Geest, waarin we ook zien dat Hij echt een Persoon is.
Niet zomaar een kracht die uitgaat, -dat is Hij natuurlijk ook-, maar ook een Persoon.

De Heilige Geest, Hij onderwijst, Hij leert -Mattheus 28-, Hij zal de discipelen leren.
Hij getuigt, Hij troost, Hij bidt, Hij roept, Hij zendt, Hij onderzoekt de diepte van God. Allemaal goddelijke eigenschappen.

Ziet u gemeente, heel kort zo, zien we in een notendop wie God de Heilige Geest is. De derde Persoon dus in de drie- eenheid.

Dat is niet maar een geloofswaarheid, die zo wat buiten ons omgaat, maar dat de Heilige Geest echt God is, van Eén en hetzelfde Wezen gemeente, dat is noodzakelijk dat wij dat belijden.
Daar hangt ook nogal wat aan vast.
Wat dan?
Hoe zouden wij gemeente de inhoud van het werk van God de Heilige Geest ooit kunnen belijden als hij geen God zou zijn?

Dan zou dat niet gaan. Wij zouden de inhoud hiervan niet kunnen belijden zonder het werk van de Heilige Geest in ons leven.

En daarmee hebben we gelijk ook het belang te pakken dat Heilige Geest ook inderdaad daadwerkelijk echt en eeuwige God is.

2. Hoe Hij Zich geeft

Hoe geeft Hij zich dan? Dat is dan de volgende vraag.
Hoe geeft de Heilige Geest Zich.

Gemeente, de Heilige Geest, Die wordt gegeven, zo is het antwoord.
Daar zit dus ook in, dat wij van nature de Heilige Geest níet hebben.
Van nature woont er een andere geest in ons. Met kleine letters.
Van nature gemeente, staan wij de Heilige Geest zelfs tegen.
Daarom belijden wij ook; de Heilige Geest, Die moet gegeven worden.
Ten tweede, dat Hij ook aan mij gegeven is.
Dat het antwoord.
Dat is het gelovige antwoord van Gods kinderen op het belovend spreken van God, in het genadeverbond, tot ons.

Maar, hoe geeft de Heilige Geest zich dan aan ons?
Daarop is het antwoord: dat doet Hij door het Woord, door het Woord van God.
Want de Geest van God, gemeente, en dat Woord van God, die zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
In de prediking van het Evangelie, ook vandaag weer, wordt u en wordt jou, de Heilige Geest geschonken. Zo ver gaat dat, Hij wordt u geschonken.

Daarom moet er in de kerk gepreekt worden.
Daarom is, -jongelui-, naar de kerk gaan zo belangrijk!

Het gebeurt nog wel eens dat mensen de vraag stellen: waarom zou je nou twee keer naar de kerk moeten gaan?
Dat is nou onder andere hierom; omdat de Heilige Geest in de prediking en door de sacramenten, door het gelovig gebruik, geschonken wordt.

Daarom moet je twee keer onder dat Woord zitten op zondag, en dan moet je er ook zijn gemeente, dan moet je niet thuisblijven, -als daar geen bijzondere omstandigheden zijn-, maar dan moet je in de kerk zitten!

Moet je de sacramenten gelovig gebruiken, hier in de kerk, waar het Woord van de Geest zuiver bewaard wordt. Het maakt dus ook nogal uit, naar welke kerk je gaat.
Maar hier in de kerk, waar dat Woord, -en dat is alleen maar genade van God gemeente, daar past ‘nul’ hoogmoed-, hier in de kerk waar het Woord zuiver wordt gebracht.
Daar zit je ook in het krachtenveld van God de Heilige Geest.

Is dat geen genadig wonder!?
Dat de Heilige Geest over Zijn kerk is uitgestort, dat Hij daar wil wonen, dat Hij daar wil werken.
En nog persoonlijker, dat Hij wil wonen in de harten van de gelovigen.

Woord en Geest dus.

Was het dat ook niet zo op de pinksterdag, toen de Geest zo uitbundig over de kerk werd uitgestort.
Was het toen ook niet zo?
Wat bedoelt u?
Dat er ook toen werd gepreekt. Dat Petrus preekte; bekeer u! En laat eenieder van u gedoopt worden, in de naam van de Vader, in de naam van de Zoon, en in de naam van de Heilige Geest. Tot vergeving van zonden.

En toen zei Petrus daarbij, ‘dan zult u de gave van de Heilige Geest ontvangen.
Want voor u is de belofte, en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere onze God ertoe roepen zal’.

Ook op de Pinksterdag dus Woord en Geest.

Dan komt in en onder de prediking, de Heilige Geest, met dat Woord, met de belofte en met de eis.

Gemeente, dat is nou die heerlijke rijkdom van de prediking. En tegelijkertijd is dat ook de ernst van de prediking.
Beiden gaan ook samen op, rijkdom en ernst.

Want, of u zegt vandaag onder de prediking, of u zegt uit genade, ‘ja en amen’, op deze vaste belofte.
Of u zegt: ik wijs het af in ongeloof.

Gemeente, dat is die rijkdom dat je Gods beloften gelovig aanneemt.
Gods beloften, dat je alles van Christus ontvangt.
Alles!
Vrijspraak!

Maar als je het afwijst. Dan klaagt de Heilige Geest u vandaag in de prediking aan. En wordt u en jou élke verontschuldiging ontnomen.

Gemeente, weet u wat de HEERE wil in ons leven? Dat het komt van het doopvont.
Waar de meeste van ons, als klein kind gebracht zijn.
Dat het komt naar de tafel, de tafel van het verbond.
En dat wonder wil de Heilige Geest nu uitwerken in onze levens. Dat het in ons leven komt, elke keer weer opnieuw, tot een gelovig antwoord op Gods belovend spreken.

Dat kan alleen de Heilige Geest in ons leven bewerken.
Anders zou het niet gaan.

Maar gemeente, in die gang van het doopvont naar het avondmaal, daarin heeft u vaste grond onder de voeten.
Namelijk de vaste grond van Gods belofte, en van Zijn verbond.
Mag u als het ware met Gods beloften in de hand, tot de belovende God komen. Mag u bij Hem komen, Die Zichzelf in Zijn volle rijkdom aan u en uw kinderen belooft.

Daarom moeten wij ook telkens vurig bidden. Voor onszelf en voor onze kinderen. Biddend om de genadige werking van de Heilige Geest in ons leven. Om de werking en de doorwerking van het geloof.

En wanneer u zo tot de HEERE komt, dan zal Hij u nooit leeg wegsturen. Maar dan zal Hij u en jou, elke keer als u weer bij God komt, genadig vullen met al Christus schatten. Is dat geen wonder!?

Dat is een onvoorstelbaar wonder!

Daar klinkt in het antwoord van Zondag 20 dan ook verwondering door.
Wat gelooft u van de Heilige Geest?
Ten eerste, dat Hij samen met de Vader, echt en eeuwig God is.
Ten tweede, dat Hij ook aan mij gegeven is.

Wat een wonder
Wat een voorrecht!
Wat een blijdschap!

Dat Hij nou óók aan míj gegeven is, dat de Heere mij niet overslaat, dat Hij het mij persoonlijk heeft beloofd, en dat ik nou door het geloof daar ‘AMEN’ op zeg!
Dat Hij ook aan míj gegeven is!

Gemeente, dit is een stellig weten en dit is een vast vertrouwen op de belofte van God. Ook op de belofte van de Heilige Geest, dat Hij ín u wonen wil.
En dat Hij u tot levende leden van Christus wíl maken.
Wat een rijkdom!

Daar hoef je dus niet aan te twijfelen, maar je mag het door de genade van God, door de Heilige Geest in geloof ontvangen. En dan ontvang je ook veel!

3. Wat Hij ons geeft

Wat geeft de Heilige Geest dan?
De belofte van de inwoning: Ik wil in je wonen, Ik wil je maken tot een levend lid van Christus.

De Heilige Geest, jongens en meisjes, Die wil dan niet maar een paar nachtjes komen wonen hoor.
Nee, de Heilige Geest, die wil blijvend in ons wonen.
Een leven lang.
Dat wordt ons beloofd en verzegeld in de doop.
Daar hoef je nooit aan te twijfelen.

Dat is toch wat gemeente, dat wij zo’n rijke belofte hebben ontvangen!
Dat is wat!

Het is goed om ons daar blijvend over te verwonderen!
Wat een geweldige belofte toch?
Dat God in je hart wil wonen!
Niet alleen in de gemeente, maar ook in je hart!
Dat is nou waardoor Paulus ook tegen de Korinthiërs zegt; weet u niet, dat u Gods tempel bent. En dat de Geest van God in u woont.

Niet te geloven! -ja het is te geloven-, maar het is bijna niet te geloven.
Dat God, in ons zondige mensen wil wonen.

Deze belofte is de grond waardoor Paulus zijn geestelijk kind Timotheüs aanspoort, de Heilige Geest te bewaren, Die in hem en in alle gelovigen woont als het goede pand, dat aan hem is toevertrouwd.

En zegt de Heere Jezus in Johannes 14 over dit wonen van de Heilige Geest:
Als je nu de liefde van de HEERE in geloof en in wederliefde beantwoord, dan komt tegelijkertijd God naar je toe, en neemt Hij intrek in je.
Dat is een wonder!

Waar de Heilige Geest, met Zijn levend makende Geest woont, daar maakt Hij ook levend met Christus.
Daar is een sterven met Christus, een afsterven van de zonde.
Daar is in het leven van de gelovigen de strijd tegen de zonden, en het verdriet.
Daar is het opstaan in het nieuwe leven.
Daar is de vreugde over het Woord van God.
Daar is het verlangen om nu in alle dingen tot eer van God te gaan leven. Met vallen en opstaan.

Door het geloof lijft de Heilige Geest dan in, in Christus.
Deze verbinding met de Heere Jezus gemeente, die is zo intiem.

Hij is namelijk zo dat de Heilige Geest, ook de Geest van de Heere Jezus is, die in de harten van de gelovigen woont.
Waardoor je in geloof alles van de Heiland ontvangt wat Hij voor jou heeft verdiend.

Wat ontvang je dan? Je ontvangt al Zijn weldaden zegt de Catechismus.
Al Zijn schatten zegt het formulier van het avondmaal.
De afwassing van de zonde, zegt het doopsformulier.
De dagelijkse vernieuwing van ons leven en het eeuwig leven.

Kijk, en van die rijkdom, daarvan wil de Heere Jezus u verzekeren in de prediking van Zijn beloften, in de viering van het avondmaal, en in de bediening van de heilige doop.

Gemeente, is dit Evangelie niet heerlijk!
Christus is onze Trooster boven in de hemel, en de Heilige Geest, die is onze Trooster hier op aarde. In ons, bij ons.
Die ook vandaag weer tot u kwam, God de Heilige Geest, door de prediking.
Wat een troost voor eenieder die ook vandaag dit Woord opnieuw weer gelooft.

Dat je door het geloof mag weten; ik heb de Heilige Geest aan mijn kant.
Die voor mij bidt, die mij troost, in wat voor omstandigheden u zich ook bevindt.
Die als u in beproevingen zit, -als u dat ervaart-, u dan sterkt.
Die u op de been houdt, Die u kracht geeft, Die u bemoedigt.
Als u dat Woord van God weer opendoet.

Die in de moeiten u nabij is met zijn vrede.
Die in de opvoeding van de kinderen je vertrouwen wil geven op de beloften van God. Dat je weet, ik ben in mijn leven, ik ben in blijdschap en in vreugde, in moeiten of zorgen, ik ben nooit alleen.
Ik heb de Geest, van God, aan mijn kant.
Die in mijn zwakheden te hulp komt als ik ten onder dreig te gaan.
Ik heb de Heilige Geest aan mijn kant, die voor mij bidt met onuitsprekelijke verzuchtingen, als ik zelf geen woorden meer weet te vinden.
Het is de Heilige Geest gemeente, die ons bij de waarheid van dat Woord houdt.
Het is de Heilige Geest die ons in de waarheid van dat Woord leidt, en die ons daarbij kan bewaren.

Hij troost mij.
Hij blijft eeuwig bij mij.

Is dat niet heerlijk om dat vandaag weer te belijden!?
Om mij te troosten, en eeuwig bij mij te blijven!

Nooit zal de kerk alleen zijn.
Nooit zal de gelovige er in dit leven alleen voorstaan. Eeuwig blijft Hij bij mij.
‘Zie Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding van de wereld’.

Het wordt u vandaag tot u troost gezegd!

Gemeente, u begrijpt, dat hier geen automatisme achter schuilgaat.
Dat u zegt van; ‘eens gegeven, blijft gegeven’.
In de zin van, ik heb de Heilige Geest ontvangen, nou hoef ik me niet meer in te spannen.
Of, ik kan wel een werelds leven gaan leiden.
Of, ik kan de Bijbel wel een dagje niet opendoen.
Of, ik kan wel… u vult het voor uzelf maar in.

Als u dat doet, zou u de Heilige Geest ook echt bedroeven.
De Heilige Geest blijft eeuwig bij mij.
Ja, als ik dan ook maar eeuwig bij Hem blijf.
En bij zijn Woord.

We hebben het zo nodig gemeente, om het Woord van God en van de Heilige Geest, elke keer weer te horen.
Om persoonlijk ook, dat Woord van God waarin Hij tot u spreekt, te overdenken.

Gemeente, broeders en zusters, zult u de persoonlijke Bijbelstudie niet verwaarlozen.
De Bijbelstudieverenigingen, doe er uw best voor om er heen te gaan.
Spoor elkaar aan; ‘ik heb je gemist, kom je de volgende keer weer? Want ik heb het zo hard nodig, maar jij toch ook?’

Laat die Geest door het Woord werken.
Zodat het Woord van Christus, rijkelijk in ons woont.

En wij en onze kinderen in ons leven, deze enige God en Vader, Zoon en Heilige Geest aanhangen, vertrouwen, liefhebben, met de wereld breken, onze oude natuurlijk doden en godvrezend leven.
Zodat ik eens uit genade, door het werk van de drie enige God, voor God zal staan.
En volkomen rein in het eeuwige leven een plaats ontvangen, te midden van de gemeente van de uitverkorenen.

Om dan voor eeuwig God de Vader, God de Zoon, en God de Heilige Geest, de enig ware God, voor eeuwig te loven en te prijzen.

AMEN