Overdenking Spreuken 31:30

Overdenking Spreuken 31:30
Door Ds. HG Gunnink, gehouden te Bedum, 13.05.2020

Overdenking ten tijde van het Corona virus in Nederland 

Liturgie

Lezen – Spreuken 31:10-31
Tekst – Spreuken 31:30
Zingen – Psalm 147:4

Overdenking

Waarde luisteraars,

A is een aapje, dat eet uit zijn poot.
B is de bakker, die bakt voor ons brood.
C is Charlotte, die drinkt chocola.
D is een dame, die drentelt op straat

Spreuken 31 vanaf vers 10 is ook een alfabetgedicht. Net als sommige Psalmen en vier Klaagliederen. Aan de hand van het Hebrééuwse alfabet. Ik mijn uitgave van de HSV staan die letters aan de rechterkant: aleph, beth, gimel, daled, enz.

‘Wie zal een flinke vrouw vinden?’ Ik gebruik vanavond de vertaling van prof. J.P. Lettinga, indertijd buitengewoon hoogleraar, o.a. in het Hebreeuws, in Kampen.

‘Wie zal vinden een vrouw die veel meer waard is dan juwelen?’

En dan gaat de dichter los vanaf vs. 11. Wat een energie, wat een capaciteiten en talenten! Ze is een harde werker, ‘Ze staat op als het nog nacht is’, vs. 15, en ‘geeft eten aan haar gezin’. Vs. 17, ‘Stevig omgordt ze haar lendenen, ze steekt de handen uit de mouwen’. En om niet meer te noemen, vs. 21, ‘heel haar gezin heeft een dubbel stel kleren’.

Ze regelt het huishouden, kan goed handeldrijven, en noem maar op. Ja, ze is ook sterk van karakter, ‘het hart van haar man vertrouwt op haar, ze brengt hem alleen maar voordeel’, vss. 11-12. ‘Haar handen steekt ze de behoeftige, de arme toe’, nl. om die te helpen, vs. 20. En vs. 26, ‘ze spreekt met wijsheid, vriendelijk vermaan ligt op haar tong’.

Je zult maar zo’n vrouw hebben! Als echtgenote. Of als medewerker. Als directrice, als bazin. Vs. 29, ‘veel vrouwen gedragen zich flink, maar u overtreft ze allemaal!

MAAR, wat nog veel belangrijker is? Vs. 30! ‘Charme is bedrieglijk, schoonheid is vergankelijk, maar een vrouw die de HEERE vreest, DIE verdient lof!

Het Spreukenboek begint, 1:1-7 met ‘de vreze des HEEREN is het beginsel van de kennis / van de wijsheid’. Zo eindigt het ook. Die kennis of wijsheid heeft te maken met de praktijk van het leven. In de Spreuken wordt uitgelegd: vroom, gelovig zijn, dat doe je zó!

Hoor daarom -in elke tijd of cultuur- héél vs. 30. Over charme en schoonheid. NB. De Bijbel is niet negatief over het knap zijn van een vrouw. Denk maar aan Sara, Rachel, Esther. En de Bijbel is duidelijk in de opdracht: jezelf liefhebben, gezond leven, jezelf goed verzorgen e.d.

Maar de Bijbel is vernietigend over het denken dat je met een mooi uiterlijk, een goed figuur beter af bent dan een ander die dat niet heeft. Of als je die dingen het belangrijkste vindt of ze op verkeerde manieren gebruikt. Vgl. 1 Petrus 3:4, ‘uw sieraad moet zijn de verborgen mens van het hart, een zachtmoedige en stille geest die kostbaar is voor God.’

Spreuken moet niet zo veel van Facebook e.d. hebben. Alleen foto’s waar je op z’n voordeligst op staat. En nooit een foto ’s morgens vroeg na drie nachten wakker, vanwege buikgriep. Uiterlijk vertoon, de nadruk op hoe je er uitziet: dat is bedrieglijk en vergankelijk. Dat is leeg, vluchtig, ijdelheid.

Dus, zet dáár je zinnen NOOIT op. Maar, ‘een vrouw die JHWH vreest, DIE verdient lof!’. En net zo goed een meisje, en ook een jongen en een man. Alleen gaat het nu even over die flinke vrouw. Dwars tegen de gedachte in, dat de Bijbel vrouw-onvriendelijk zou zijn.

Nee, die door de HEERE aan de man gegeven helper, als de HEERE het huwelijk geeft. En anders die flinke vrouw die alléén is, zal geprezen worden. Net als de man en de jongen. Vanwege haar / zijn vrezen van de HEERE!

Dat ‘vrezen’ is niet alleen ‘bang zijn’. Dat ook i.v.m. zondigheid en zonde die de HEERE straft. Maar is vooral: respect hebben en laten merken dat je eerbied hebt voor Hem. Hem vrezen is: ‘geen stap doen, los van Hem’. Het is: zoeken de dingen die boven zijn, waar Christus is. Christus volgen. De toevlucht nemen tot de enige Redder en Koning.

Het is, gewoon gezegd, ‘geloven en gelovig leven’. Bidden om verlost te worden en te blijven van dwaasheid en wijs zijn in Christus. En dwaas en wijs zijn dan woorden die het hebben over hóe je leeft. Niet achter eigen verlangens / eigen wil aan gaan, maar vragen: HEERE, wat wilt U van mij?

Zo’n vrouw, zo’n gelovige, verdient lof. Door haar te prijzen, loof je de HEERE Die haar die flinkheid en die kracht en die capaciteiten en dat geloof geeft!

Deze vrouw is thuis in de kerk, in de gemeenschap der heiligen. Bij man en gezin (maar, opvallend, géén nadruk op de kinderzegen hier), bij de mensen om haar heen, zorgend ook voor wie die zorg nodig heeft. Haar werken zullen haar prijzen. Ze volgen met haar, Openbaring 14:13.

Met dat prachtige zinnetje: opgewekt, met een lach ziet ze de komende dag tegemoet. Want zij weet, en élke gelovige, vrouw en man, mag het weten: als eigendom van Jezus Christus, mag ik levenslang bidden om de Heilige Geest, opdat ik leef voor en met mijn Vader in de hemel. HIJ stelt mij tot zulk dienen in staat! En daarom:

Voor God is alle kracht van paarden
en macht van mensen zonder waarde.
Het snoeven van wie wapens dragen
is niet naar ’s HEEREN welbehagen.
ZIJN welbehagen zal slechts wezen
met allen die HEM needrig vrezen,
die met hun harten voor HEM open
op ZIJN genaad’ en liede hopen!