Hoofdstuk 8 het gemeentegebed
Doel van deze avonden:
Voordat ik verder inga op het gemeentegebed als onderdeel van de liturgie in de eredienst, wil ik eerst nog een enkele opmerking maken over het doel van deze avonden over liturgie. Ik heb begrepen dat dit niet voor een ieder duidelijk is.
Waarom gaat het op deze woensdagavonden over liturgie? Wat is de bedoeling daarvan?
Het antwoord hierop is enerzijds pragmatisch van aard. Vlak voordat ds. Gunnink en ik het hadden over het evt. weer opstarten van de lezingen op woensdagavond ter opbouw van de gemeente in deze bijzondere tijd, had ik het boekje van ds. Bredenhof over liturgie gelezen. Ik vond het een alleraardigst boekje. Vanaf begin jaren ’90, dat is nu ruim 30 jaar geleden, is op gereformeerd gebied geen boek(je) verschenen over liturgie, terwijl doordenking nodig is en blijft. Vandaar dat ik voorstelde aan ds. Gunnink om dit boekje te bespreken en naar aanleiding daarvan opmerkingen te maken over liturgie. Hij had het ook gelezen en stemde er meteen mee in.
Ik merk dat het voor sommigen onder ons een ‘gevoelig’ onderwerp is. Na alle wildgroei die er op het gebied van liturgie in de GKv heeft plaatsgevonden, kan ik me dat indenken. Tegelijk mogen ‘gevoeligheden’ bij een bepaald onderwerp nooit betekenen dat je jezelf en ook anderen de doordenking en de rijkdom van de gereformeerde liturgie onthoudt.
Het gaat ons dus om bewustzijn en bewustwording waarom we in de eredienst dingen wel of niet doen. Of wel of niet zouden moeten doen. Dat blíjft onzes inziens belangrijk.
Gemeentegebed – is bidden moeilijk?
Misschien ervaart u het bidden voor uzelf of in de kerk wel als moeilijk. Wanneer dat zo is, bent u niet de enige. Om gedurende een gebed geconcentreerd te blijven, zeker wanneer een ander bidt, en jij meebidt vraagt veel van ons.
Maarten Luther heeft hierbij eens een treffend voorbeeld gegeven. Luther had een hond. Zijn naam was Tolpel. Op een dag zat Tolpel te bedeleen tijdens het eten. Z’n bek wijdt open, zijn ogen gefixeerd op het eten. Toen Luther dat zag zei hij: Kon ik maar bidden op de manier waarop deze hond kijkt naar het eten. Al zijn gedachten zijn geconcentreerd op dat ene stukje vlees. Niets leidde hem daarvan af.
Luther gaf door dit voorbeeld woorden aan de moeiten die het geeft om echt geconcentreerd te bidden.
Dit heeft alles te maken met onze zwakheid en zondigheid. Omdat de gelovige dit als het goed is bij zichzelf onderkent vindt ds. Bredenhof en ik met hem, belangrijk om niet alleen bezig te zijn met het gebed als Bijbels element binnen de liturgie van de eredienst, maar ook met onze gebedshouding.
Bijbelse basis en geschiedenis
God en Zijn volk hebben een relatie met elkaar. Een verbondsrelatie. Daarbinnen spreekt God en antwoorden wij. Een van de manieren om dat te doen is door te bidden. De Bijbel roept ons er ook toe op om in de erediensten te bidden.
1 Tim. 2: 8: Ik wil dat de mannen op alle plaatsen bidden met opheffing van heilige handen, zonder toorn en meningsverschil. De woorden ‘in elke plaats’ betekenen: op elke plaats waar erediensten gehouden worden.
In de eerste christelijke gemeenten na Pinksteren zien we dan ook dat de gemeenten ook in de gemeenschappelijke gebeden volharden.
De gemeente van Christus is als het goed is een biddende gemeente.
Tijdens de reformatie is het bidden door de gemeente weer in ere hersteld. Ik zeg met opzet ‘het bidden door de gemeente’, want er was ook vóór de reformatie wel een gemeentegebed, maar dat werd uitgesproken door de priester in het Latijn. En daar verstond niemand wat van. De meerderheid van de gemeente kon daarom niet meebidden. Gelukkig werd mee door het reformerende werk van Luther en Calvijn, het gemeentegebed ook daadwerkelijk weer het bidden van en door de gemeente. En kennen ook wij dat tot op de dag van vandaag ook.
Samen bidden
Om goed voor ogen te blijven houden dat het de gemeente is die bidt en niet alleen de voorganger is het van belang dat de voorganger bidt in de meervoudsvorm en niet in de ik-vorm. Dus niet: ik bid u voor, maar wij bidden of wij danken U voor.
Maar hoe zorg je er nu als individueel gemeentelid voor dat je ook daadwerkelijk actief meebidt? Voor je het weet gaan je gedachten alle kanten op en bidt je eigenlijk niet mee in je gedachten. Dat gevaar bestaat ook wanneer je persoonlijk bidt en dat in gedachten doet. Je zult niet de eerste zijn die tijdens een avondgebed op die manier in slaap is gevallen. Of dat je tijdens het bidden opeens aan iets anders denkt wat op dat moment belangrijk is voor je.
Deze moeiten kunnen er ook zijn tijdens het gemeentegebed. Iemand anders formuleert de woorden, spreekt je namens jou uit, en jij bidt in gedachten mee. Hoe houdt je je aandacht daar nu goed bij? Ds. Bredenhof geeft hierbij een tip. Door bijv. in je hart de woorden van de voorganger mee te spreken, in je gedachten. Ik kan me voorstellen dat dit voor de éen wel werkt en voor de ander weer niet. Hoe het ook zij. Belangrijk is dat je het gemeentegebed serieus neemt en met al de anderen actief meebidt.
Gebedshouding
Iets over onze gebedshouding. In de eerste brief van Paulus aan Timotheüs schrijft Paulus dat hij wil dat de mannen op alle plaatsten met opgeheven handen bidden. Ook David kende deze gebedshouding volgens psalm 63.
Waarom bidden wij eigenlijk niet op die manier? Ten minste volgens mij is het bij het bij de meeste van ons de gewoonte om met gevouwen handen te bidden. De Bijbel schrijft niet één manier voor van bidden. We komen mensen tegen die staand bidden. Denk aan Abraham wanneer hij bidt voor Sodom en Gomorra.
Ik heb het zelf niet meegemaakt, maar ik weet dat sommige broeders en zusters onder ons dat wel hebben. Dat mannen tijdens het gemeentegebed gingen staan. En sommige kerken is dit nog steeds gewoonte. Volgens zeggen soms ook om de slaap tegen te gaan en de aandacht na een week hard werken bij het gebed te houden. Ik kan me niet voorstellen dat wij daar nooit last van hebben. Van slaap tijdens het gebed. Misschien zijn er dan andere manieren om je aandacht erbij te houden. Anders zou ik zeggen: gaat u gerust staan wanneer dit de aandacht en daarmee het geestelijk leven en tegelijk het ontzag en de eerbied tot de Heere ten goede komt.
Maar in de Bijbel komen we niet alleen staande mensen tegen die bidden. We komen ook kinderen van God tegen met gebogen hoofden, knielend, liggend met hun gezicht op de grond. De tollenaar die staande bad, zijn ogen zelfs niet naar de hemel opsloeg en zich tijdens het bidden op de borst sloeg. Deze diversiteit laat zien dat er geen voorgeschreven gebedshouding bestaat. De gebedshouding kan verschillen, als het maar wel eerbiedig is.
Wie hoort er voor te gaan in het gemeentegebed?
Kort gezegd zijn dat de dienaren van het Woord. De predikanten. Wanneer dienaren van het Woord bevestigd worden in hun ambt dan klinkt het ook vanuit het formulier als één van hun taken. Naast de bediening van het Woord en de bediening van de sacramenten wordt als derde genoemd: het is de taak van voorgangers van de gemeente in de eredienst de naam van de Here aan te roepen, smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen te doen voor alle mensen, voor koningen en hooggeplaatsten. Natuurlijk wordt hiervan afgeweken wanneer er een tekort aan predikanten is en er gelezen wordt in de erediensten.
Welke plaats in de eredienst en welke inhoud?
Als het gaat om de plaats van de gebeden in de eredienst en dan vooral uit uitgebreide gebed. Dan noemt ds. Bredenhof, uitgaande van de orde van dienst van Kampen, het slot van de dienst aan als plaats voor het uitgebreide gemeentegebed. Als uitzondering hierop noemt ds. Bredenhof situaties die de gemeente der mate bezighouden dat het beter is om deze dingen aan het begin van de eredienst in het gebed aan de Heere voor te leggen. Als voorbeeld noemt hij het overlijden van een geliefde waarvoor aandacht is gevraagd in het gebed. Een dergelijke voorbede kan de gedachten van gemeenteleden bezighouden, in dat geval kan het beter zijn om dit aan het begin van de dienst te doen.
Normaliter in de orde van dienst van Kampen heeft het grote gemeentegebed een plaats na de prediking. Dat brengt ons van de plaats binnen de eredienst naar de inhoud van het gebed. Wat komt hierin allemaal aan de orde?
Er is een belangrijke verbinding tussen prediking en gebed. Het is dan ook goed om in het gebed de HEERE te vragen of Hij wil geven/helpen bij datgene wat in de prediking naar voren is gekomen en van toepassing is op het leven van de gemeente. Daarnaast worden alle noden die er binnen de gemeente zijn aan de HEERE opgedragen. Maar dat niet alleen. In het gebed moet ook aandacht zijn voor de dingen buiten de gemeente. Denk maar aan de woorden uit het bevestigingsformulier die teruggaan op wat de apostel Paulus schrijft in 1 Tim. 2: Ik roep er dan vóór alle toe op dat smekingen gebeden, voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen, voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn.
Ds. Bredenhof geeft hierbij aan dat het de voorganger kan helpen om bij te houden wanneer hij voor bepaalde onderwerpen bidt en hiervoor een soort schema te maken. Dit zou moeten zorgen voor een evenwichtige verdeling van de gebedsonderwerpen over de erediensten. Zodat dat de verschillende onderwerpen met enige regelmaat een plaats krijgen in het gemeentegebed. Hierdoor wordt zoveel mogelijk voorkomen dat je bijv. elke zondag bidt voor de vervolgde kerk, maar vrijwel nooit bidt voor de overheid om maar iets te noemen. Of dat in de morgen- en middagdienst dezelfde gebedsonderwerpen aan de orde komen.
In de kerken waar ds. Bredenhof dient hebben ze de gewoonte om in de morgendienst de onderwerpen die de gemeente aangaan een plaats te geven in het gebed en in de middagdienst de zaken buiten de gemeente. In onze gemeente wordt onderscheid gemaakt door in de morgen te bidden en danken voor zaken binnen en buiten d gemeente en in de middagdienst aandacht te schenken aan de week die voor ons ligt zoals vergaderingen, catechese etc.
Valkuilen
Vanwege het belang van het gemeentegebed geeft ds. Bredenhof nog een aantal suggesties/aanbevelingen:
- Voorgaan in de gebeden in de erediensten is een belangrijk onderdeel van de liturgie. Een goede voorbereiding door de voorganger is dus belangrijk. Dit voorkomt ook herhaling en overvolle gebeden. Als richtlijn geeft ds. Bredenhof als lengte van het gemeentegebed 7-8 min. aan.
- Bidden is geen preken. Je hoort het soms nog wel, en misschien maak ik mij er zelf ook wel eens schuldig aan, dat je in het gebed ‘preekt’. Dit merk je bijv. doordat er in het gebed in de derde persoon over God wordt gesproken.
- Oppassen dat het gebed geen nieuwsbericht wordt. En de gemeente in het gebed overvallen wordt met nieuws over gemeenteleden en het gebed hiervoor. Dat is ook de reden waarom wij de gewoonte hebben om bijzondere voorbeden voor het gebed altijd even te benoemen of toe te lichten. Hiermee voorkom je dat het gebed een nieuwsbericht wordt.
- Pas op voor stopwoorden in het gebed. Wees bijv. zorgvuldig in het gebruik van de naam ‘HERE’. Om dit te voorkomen kan het helpen om de gebeden uit te schrijven.
Tot slot: Hoewel het waar is dat onze onvolmaakte gebeden geheiligd worden door de Heilige Geest, ontslaat het ons niet van onze verantwoordelijkheid om te streven naar goede gebeden. Goed in de ogen van God. Dit geldt al onze gebeden, maar zeker die in de publieke erediensten. Wanneer wij als gemeente samen voor Gods aangezicht komen. Wij moeten het beste offeren voor de Heilige God. Laten wij daarom ook in onze gebeden er van onze kant alles aan doen om God welbehaaglijk te zijn.