Preek Zondag 16

Preek Zondag 16
Door Ds. HG Gunnink, gehouden te Dalfsen, 08.11.2020 

Liturgie

  • Votum + zegengroet
  • Psalm 90:1,2
  • Gebed
  • Lezen
    • Lukas 23:32-56
  • Psalm 69:6,7
  • Tekst
    • Zondag 16
  • Bediening van het Woord
  • Gezang 15:1,2
  • Apostolische Geloofsbelijdenis
  • Psalm 69:10
  • Gebed
  • Psalm 69:11
  • Zegen

Preek

Gemeente van onze Heere, Jezus Christus, 

Bij het einde van het leven, op deze aarde, van iemand die wij goed kennen, die wij liefhebben, vallen wij meestal stil. De dood brengt ons tot zwijgen.  

Het kan ook anders. Je kunt ook boos worden. Je kunt ontdaan zijn. Opstandig. Allerlei emoties kunnen langs komen.  

En hoe wonderlijk is het dan, zo mag ik het toch zeggen, als we dan straks denken aan het sterven van onze Heere, Jezus Christus, en dat we dan zingen: “Gij schenkt ons vreugde door uw smart.” En de vraag kan komen: spoort dat wel?  

Ik wil u aan de hand van Zondag 16 het Woord van de Heere laten horen onder het thema:  

Jezus Christus ‘stierf voor ons, en werd begraven, met helse smart heeft Hij betaald’,
1) opdat wij eeuwig leven, hier-na
2) opdat wij eeuwig leven, hier-nu

1) ‘Jezus Christus stierf voor ons, en werd begraven, met helse smart heeft Hij betaald’, 
   dat is vanuit Gezang 2:3. En dan in de eerste plaats, opdat wij eeuwig leven, hier-na. 

Iedereen die zegt, of die roept, of die fluistert: ‘o, God, wees mij, zondaar, genadig’, die mag zeker zijn van de liefde van God. En zeker weten dat zijn gebed verhoord wordt. 

Waarom kunnen wij zo zeker zijn? Omdat wij mogen geloven die liefde van God die we zien als Christus komt, en lijdt, en sterft, en Zich laat begraven.  

Daar is niets bij wat Hem, zeg maar, ‘overkwam’. Maar dat is alles wat Hij wilde. Ook weer vanuit Zijn eigen liefde. De Vader wil Zijn Zoon geven met Zijn hele hart. Maar de Zoon net zo goed, ook van ganser harte. En denk dan even aan wat ik voor de preek zei of voor de lezing van de Catechismus. Je hebt het over dingen, maar kun je er echt bij? Dat de Zoon Zichzelf wilde offeren tot en met de dood aan het kruis. In de volle overtuiging, geleid door de Heilige Geest, dat dit de weg van de Vader was. De goede weg.  

Want zo móet het, zo zegt ook de Catechismus. Zo moet het naar het Woord van God, Gods waarheid. En naar het recht van God, Gods gerechtigheid.  

Jezus Christus betaalde álles! Tot en met die helse smart. Er ontbrak hélemaal niks aan. En wij hoeven dus ook hélemaal niks zelf daaraan bij te dragen, gesteld al dat wij dat zouden kunnen. Maar dat is ook, het is een belédiging van die Heiland. Als je er over gaat denken, wat je zelf misschien óók nog zou kunnen doen om het goed te krijgen met God.  

Maar dan kan de vraag bovenkomen, de Catechismus stelt ook in alle eerlijkheid die vraag: Als dat dan zo is, die liefde van God, die álles voor ons over had, waarom moeten wij, zoals wij hier zitten, jij en u en ik, waarom moeten wij dan ook nog sterven?  

Want als Hij alles heeft volbracht, dan is het toch voor elkaar? Dan hoeven wij toch nog niet meer iets van die straf óók nog te ondergaan?  

Waarom dan wel keer op keer: hier een sterfbed, daar een plotseling hartinfarct, weer ergens anders een ongeluk? Tegenwoordig ook veel ziekten. Waarom dan telkens weer staan wij daar bij een open graf?  

Wij hoeven toch niks bij te dragen aan dat verzoenend sterven van Christus? Wij kunnen dat toch ook niet?  

Nee, daarin is de Schrift volstrekt duidelijk. Je kunt de hele Hebreeënbrief erbij lezen en heel veel andere teksten nog, dat is volstrekt duidelijk. Het verzoenend, het goed makend werk van onze Heere, Jezus Christus, was perfect, was af, was voor honderd procent klaar. 

Denk maar even aan het Avondmaalsformulier: de oorzaak van onze eeuwige honger en kommer … – ouderwetse woorden, maar dat geeft niet, dat kunnen vader en moeder weer uitleggen. ‘Honger en kommer’, moet je maar even onthouden, totdat je thuis bent. Wat is ‘kommer’, mama, zeg je dan.  

Die oorzaak van die eeuwige honger en kommer, die is volledig weggenomen door, en dan zeg ik nóg weer een moeilijk woord, want dat is ook vast moeilijk voor de kinderen, dat ga ik straks nog wel uitleggen, dat is weggenomen ‘door onze Borg’. Dan heb je ook een woord wat wij zo dag en door niet gebruiken: de Borg.  

De oorzaak is weg, maar de gevolgen zijn niet allemaal weg. Kijk, er komt dankzij de Heere, Jezus Christus, wel een geweldige verandering!  

Wat is sterven eigenlijk?  

Dan zien wij: het hart klopt niet meer. De borstkas beweegt niet meer. De ogen zijn gebroken. De kleur verandert. Op zo’n moment zeggen ze wel, ‘ja, het leven is eruit’. Inderdaad.  

Maar het Woord van God gaat dieper. Wat is sterven eigenlijk? Eigenlijk is sterven, dat de band tussen God en mens dwars doormidden gaat. Dat Vader de liefde voor Zijn kind beëindigt. En dat de Koning niet meer een onderkoning ziet, denk even aan het paradijs, de Koning ziet niet meer een onderkoning, maar een rebel, een opstandeling. Genesis 2: op de dag dat je ervan eet, is het over en uit, met die prachtige verhouding tussen jullie en Mij, die we nu hebben. Ik de Heere God, jullie mijn schepselen.  

En, ze hebben gegeten en, ze stierven. Het was voorbij, die goede verhouding. Maar,  wie gelooft in Jezus Christus, die sterft déze dood van die breuk tussen God en Zijn schepselen niet meer.  

En dan is dat een uitspraak die ik graag aan de ouderen wil leren, mogen de kinderen even overslaan, ‘wie sterft, voordat hij of zij sterft, die zal léven wanneer hij of zij sterft.’  

‘Wie sterft’, dat is: wie gelovend in Christus is in zijn leven, een lijk wordt voor de zonde en de satan, vanwege dat geloof in Christus, ‘wie dat geloof heeft, voordat hij sterft’, ja, die zal léven wanneer hij sterft.  

Want sterven, ja, dat moet nog, dat gevolg blijft. Maar níet als betaling. God gebruikt dat sterven nog wel. Dat ontzettend moeilijke. Namelijk om een eind te maken aan de eindeloze aardse zondigheid.  

Jonge en oude broeders en zusters, dan ben je ervan af, van die ellende van het beter weten, en het willen en het niet doen, en het niet willen en toch doen.  

Heel kort gezegd, maar u herkent dat vanuit Romeinen 7: Wat ik wil doe ik niet, ik doe juist wat ik niet wil. 

Die worsteling, met ‘ik, ellendig mens!’ Dat hoef je na het sterven dus nooit meer te zeggen: ‘ik, ellendig mens’. De ellende is voorgoed over. God gebruikt inderdaad die vreselijke dood, die afschuwelijke vijand die de oorzaak is ook van zoveel eenzaamheid en verdriet en allerlei soort van moeite. Die kapot maakt op een onvoorstelbare manier.  

God maakt die dood, de Catechismus zegt: ‘de doorgang’, je mag ook zeggen, ‘de deur van het eeuwige leven’. Net zoals daar een deur zit, daar ga je doorheen naar buiten. En dit is ‘de deur’, daar ga je doorheen, naar het eeuwig leven.  

Want inderdaad, Jezus Christus ís Overwinnaar!  

Hebt u dat ook, dat je, telkens als je merkt: wat blijft die satan bezig om mij te pakken te nemen. Dat je daar -, je wordt er moe van, je wordt er verdrietig van, dat is zo ellendig inderdaad. Dat je dan verlangt om daar eens een keer van af te zijn. Wanneer houdt dat nou eens een keer op!?  

In ons leven, het gaat maar door. En dan denk je de ene dag, het gaat lekker goed. En dan is het de volgende dag mis. En, en, …. 

Om bij Christus te mogen zijn.  

Want eeuwig leven, dat is niet dat je altijd maar door bestaat, daar gaat het niet om. Ook al mag het eindeloos duren. We weten niet eens wat eindeloos is. Want wij kunnen alleen maar denken in de tijd. Wij zijn geschapen, toen de HEERE ook de tijd schiep. En wij zijn mensen, wij denken in minuten, in uren, in dagen en jaren en dan houdt het op. Er is geen mens die in eeuwen kan denken. Laat staan in eeuwigheid.  

Eeuwig leven in de Bijbel, dat is heel vaak wat in Lucas 23 staat: het paradijs. Het leven met God. Het leven voor God. De vólle vreugde van de ontmoeting met je Heiland.  

Dat is nog eens leven, zoals leven bedoeld is!  

Zoals wij leven op deze aarde, zo is het eigenlijk niet bedoeld. Want er gaat zoveel mis. En die zonde is er telkens weer. Nee, hoe heeft God leven bedoeld? Als leven met Hém. In het paradijs, in die heerlijkheid!  

En dat is dan in de hemel voor de gestorven gelovigen nog beperkt. Dat is een tussentijd. Zonder lichaam, maar op Zijn tijd ook die opstanding in heerlijkheid. Wanneer wij een verheerlijkt lichaam krijgen.  

Vraag mij niet wat dat precies betekent. Maar het is wel heerlijk. En een heilige geest. Heel ons denken volmaakt op God gericht! Als je dat zo voor de aandacht houdt, dan -herhaal ik dat punt van net even-, wat verlang je daar dan naar!  

En de gelovige, die mag zéker weten (want dat is het geloof immers, een zeker weten), dat de Zoon van God door Zijn sterven, aan mij, die in Hem gelooft, dat blijde vooruitzicht geeft. Die heerlijke zekerheid. Die tegelijk ook verschrikkelijk aangevochten kan worden door de duivel. Want die duivel wil altijd in de richting van de onzekerheid.  

‘Ja, …, dat zeg je nou wel … En jij leest die catechismus wel, maar eh, denk eens even aan jezelf. Wat ben jij er voor één? En dan zal dat zeker voor jou waar zijn? Kom nou, zeg.’  

En dan hoef je maar even terug te denken aan één zonde, of misschien aan duizend zonden, die telkens weer kwamen, en je wordt onzeker. Daar is die duivel op uit.  

Maar, door de Geest gaat het in het geloof om die zékerheid. Dat is dat punt dat je telkens weer teruggaat naar wat er geschreven staat. Satan, denk aan de Heere Jezus bij de verzoeking in de woestijn, met die drie teksten. Op een bepaalde manier heel simpel, ik bedoel dat heel goed, moe’j niet verkeerd begrijpen, maar op een bepaalde manier heel simpel. Gewoon drie keer een tekst. Niks geen grote verhalen daar omheen. Drie keer het Woord van God. En dan moet de satan weg.  

Bij de Catechismus denk je vaak aan Luther, die dat ook had, als de satan weer kwam. Eén ding wat hij altijd weer zei: ik ben gedoopt! Dan had je die beloften van de Heere God. Daar kan satan niet tegen op. Een andere keer pakte die inderdaad dat Woord van de Heere en zocht naar beloften van God.  

Naar ‘het staat geschreven’. Kijk, en op die manier, Woord en Geest, Geest en Woord dankzij de Heere, Jezus Christus, maakt God Zelf Zijn kinderen klaar om te kunnen sterven.  

Dat ze, als ze een tijd daarvoor hebben, dat ze kunnen getuigen van die onbegrijpelijke liefde en genade van God. En dan weten de ambtsdragers wel dat je op bezoek moet, mag, moet, bij ernstig zieke mensen, en dat je dan met lood in de schoenen die kant op gaat. Want het is weer dat het naar het sterven toegaat. Dat je dan soms daar wegkomt en zegt van: ik heb meer aan hén gehad dan zij aan míj. Want ze hielden het mij weer voor, dat betrouwbare Woord van God, met al die beloften!  

En dat is, broeders en zusters, het punt. Ziekte, ramp, oorlog, martelaarschap, kindersterfte, moord, ze hebben voor Gods gelovende kinderen en voor hun kinderen, níet het laatste woord. 

Je vraagt je soms af, hoe mensen kunnen blijven geloven. Als je die verhalen leest, dat kinderen bij hun ouders weg geroofd worden, en op plekken terechtkomen, misbruikt en …, verschrikkelijk! En hoe die ouders dan nog kunnen vasthouden aan: maar de dood heeft niet het laatste woord. Want …, want, Christus heeft Zich compleet aansprakelijk gesteld.  

En alléén dankzij Hem hoeft u niet wanhopig te worden. Om het sterven van Jezus Christus: eeuwig leven hierna 

Dat betekent ook, dat wij met elkaar, en dat is lastig als je wat jonger bent, als je wat ouder bent wordt het vaak wat anders, dat je met een bepaalde nuchterheid mag kijken naar dit korte leventje op deze aarde. Als je d’rvoor staat, als je jong bent, met al die goede idealen en die toekomst … Prachtig! Jazeker, dat mag allemaal.  

Het duurt maar even. Iemand van 60, 70, 80, die zegt: het is voorbij gevlogen! Ik kan me niet indenken dat het allemaal zo snel gegaan is. Ja, het korte leven op deze aarde.  

En kinderen en jongeren die ga ik niet bang maken vanmiddag, dat moet ook helemaal niet. Maar ik ga wel zeggen: ook jullie moeten sterven.  

Dat duurt misschien nog een hele poos. Of het duurt niet lang meer. Maar als je dan vertrouwt op de Heere, Jezus Christus, op die Borg, dan is dat eeuwig leven gegarandeerd! 

‘Borg’, dat zal ik nou gaan uitleggen. ‘Hij staat borg’, zeg je dan, als jij in Hem gelooft. ‘Borg staan’, dat is, dat je aansprakelijk bent voor een ander, die misschien zijn verplichtingen niet kan nakomen. Bijvoorbeeld, je bent net 18 jaar. Maar je hebt voor je werk een grote auto nodig. Een bus. Nou, tweedehands drieduizend euro. Maar ja, je kunt zelf maar duizend betalen. Dan beloof je: die tweeduizend, die komt. Dat zeg je tegen de garagehouder. Daar kunt u van op aan. Elke maand tweehonderd. Over tien maand is het afbetaald. Duurt nog wel een poosje dus.  

Maar… er is iemand bij mij en die staat ‘borg’ voor mij. Als ik een maand niet betaal, kunt u naar hem toe en dan legt hij zo die tweehonderd euro op tafel. En als het de volgende maand weer zo is, doet hij dat weer. Hij is ‘borg’ voor mij. Als ik vastloop, neemt hij de schuld over.  

Zo is Jezus Christus Borg. Hij heeft de schuld, en wij konden níks betalen, dat was nog veel erger, Hij heeft de schuld hélemaal overgenomen en betaald.  

Het komt er dus nú op aan! Niet wachten met geloven tot later. God wil dat je nú vertrouwt. En dan ben je nú al rijk! Het is goed! Het is helemaal goed gemáákt door Jezus Christus. En door Hem blijft het ook goed. Altijd en eeuwig.  

2) En ten tweede: Jezus Christus stierf voor ons en werd begraven. Met helse  smart heeft Hij betaald, opdat wij eeuwig leven hier-nu.

Dat betekent in ons dagelijks leven aan God verbonden zijn. Ons leven is elke dag een geschenk van God. En wie gelooft in die gekruisigde en gestorven en begraven Koning … Hoe cynisch, hè, dat bordje daar boven bij het kruis: de Koning van de Joden. Daar hing Hij. Nou, dat was nogal een koning! Ja, ja, inderdaad, dat was de Koning. Die zelfs aan het kruis nog Koninklijk tegen die stervende misdadiger kan zeggen: je bent gered!  

Die man die leeft nog zijn laatste uren. Met alle pijn en ellende. Maar hij belijdt zijn geloof. En zijn schuld is weg.  

Misschien kent u die zinnen wel uit dat Gezang. Het Gezang van: ‘k heb geloofd en daarom zing ik, ik zing U, Die stervend álles, álles hebt volbracht. Daarom zing ik U ter ee!.  

Zingen nu in de eredienst, je zou bij zoiets zeggen: mensen laat het eruit knallen. Maar dat mag tegenwoordig niet helemaal meer, maar dat kunt u thuis nog wel doen. En meer zingen, wat is dat nodig. Als er in de kerk minder gezongen wordt, moet je het er niet bij laten zitten, moet je het thuis gaan doen!   

Lastig. Sommige mensen kunnen niet zingen als ze alleen zijn. Zet maar wat op. Zet maar een bandje, o nee, bandjes zijn ouderwets, zet maar YouTube aan, een cd op, en zing maar mee! En met de kinderen, zing alsjeblieft zoveel als mogelijk is, dat het ze ook ingezongen wordt.  

Want zingen, tot eer van deze genadige God, dat is een kenmerk van het leven hier-nu. En als je niet kunt zingen, dat kan ook bestaan, lees dan die berijmde verzen van die Psalm. Of lees gewoon het onberijmde, maar het berijmde dat komt soms dichterbij. Want dat heb je op school geleerd. En dat zit erin. Als je er dan over nadenkt, ja dan, dat dat je eigen is. 

Gezang 15 straks: ‘Gij hebt voldaan op Golgotha, dit geeft ons kracht ten leven.’ Leven hier nu. ‘Uw zoendood lenigt onze smart.’ En ook die zoendood, die goed-maak-dood, ‘die verkwikt, vertroost, en versterkt ons hart, niets heeft zó gróte waarde!’  

Kracht -, die geeft ons kracht en leven, dat is kracht van Hem die na de dood weer leeft. Zulke kracht, dat je dat vergaande belijdt, want dat is Antwoord 43, dat gaat echt wel heel ver, dat je zegt: ik hoor zó bij Hem, bij mijn Borg, dat toen Hij stierf, daar, bijna 2000 jaar geleden, toen Hij stierf, kwam er al een eind aan míjn zondige ik.  

Dat zijn heel moeilijke dingen. Maar dat is nou wat je mag geloven! Toen en daar, een eind aan mijn zondige ik, mijn oude mens!  

En ik krijg er nieuw leven voor in de plaats. Dat betekent dat de zonde niet langer het over ons te zeggen heeft. Wij laten dat nog wel vaak gebeuren, dat die zonde de baas is. In feite hebben wij maar één Heer, één Koning en dat is Jezus Christus. Er kan nooit een tweede zijn.  

De zonde maakt niet langer de dienst uit in ons leven.!En wat er dan nog is aan slechte begeerten, daar krijg je steeds meer een hekel aan. En je bent er niet aan onderworpen. Wie gelooft, is dood voor de satan, is een lijk voor de zonde. Een lijk doet niks en kan niks.  

Want Christus Jezus is onze Heer. Hij heeft zich voor ons aansprakelijk gesteld. Heb je dat ‘Borg’ weer. Wij staan op Zijn rekening. We hoeven het zelf niet op te lossen. Alles van Hem. Zeg het maar zo: Hij heeft de tumor van de zonde weggesneden. En we zijn hersteld om nu te leven voor God.  

‘Verkwikt, vertroost, versterkt ons hart.’ Om híer het leven te leiden dat vol is van Hem.  

En de moeiten, tot en met de dood, in het gewone, in het feestelijke, in het gespannene, in de corona-tijd, het leven, dat vol is van Hem. Gods liefde breekt door in het leven van gelovige zangers. Wamt die weten: ik mag elke morgen beginnen onder de paraplu van Gods goedertierenheid.  

Denk maar aan die tekst uit Klaagliederen 3: elke morgen zijn Gods goedertierenheden nieuw. Dat staat wel in een ander verband, maar mag ik dit keer er rustig uitplukken en zeggen van: zo is het ook voor mij. Elke morgen, als ik wakker word, dan zijn Zijn goedertierenheden aanwezig. ‘Elke dag’, PSALM 68 vers 20, ‘mag je je door Hem laten dragen.’  

Er is te leven! Da’s niet alleen maar bestaan, nee, er is te léven als blij verlost kind. Dankbaar in Zijn dienst. Gewoon op dat plekje. Soms vinden wij het maar een heel klein plekje. Het zij zo. Op dat plekje waar God je gebruiken wil.  

Wie zou niet danken: ‘Uw liefde in nood, Uw trouw tot in de dood, mijn vaste! troost op deze aarde!! Nu en hier.  

En daarom: ‘Zijn liefde en Zijn trouw zij eeuwig’lijk geprezen!’  

AMEN